Het grootste probleem waarmee jongeren in Europa te maken hebben is niet het terrorisme, Brexit, migratie, of zelfs klimaatverandering – de grootste zorgen zijn de jeugdwerkloosheid en het gebrek aan economische groei.
De Brexit was een keerpunt. De Britse stem om de Europese Unie te verlaten werd voor een groot deel ingegeven door frustratie met economische stagnatie en ongelijkheid, en het heeft een vruchtbare voedingsbodem gecreëerd voor nationalistische, anti-immigrant sentimenten. De economische ongelijkheid van vandaag is een gevolg van de manier waarop we ervoor hebben gekozen om de globalisering en technologie te beheren.
Er zijn andere beleidsmaatregelen die voor herstel van duurzame en inclusieve groei kunnen zorgen. Deze beginnen met het herschrijven van de regels van de markteconomie om voor meer gelijkheid te zorgen, en meer op de lange termijn denken te waarborgen.
Protectionisme: octrooien en auteursrechten zijn handelsbarrières
De laatste lichting handelsovereenkomsten is ongeveer het tegenovergestelde van de vrije handel: het is protectionisme voor grote bedrijven. De farmaceutische industrie en entertainment industrie zullen langere en sterkere octrooi– en auteursrechtelijke bescherming krijgen. Het zijn eigenlijk handelsbarrières.
Harvard Law School: De intellectuele eigendomsrechten voorziening zoals gedefinieerd in handelsverdragen zijn een voorbeeld van hoe dit uitgebreid protectionisme is voor grote corporaties in deze zogenaamde ‘vrijhandelsverdragen’.
TPP, CETA, TTIP en TiSA gaan hierin nog weer veel verder dan NAFTA. NAFTA heeft na twintig jaar geleid tot verlies van één miljoen banen in de VS, en hogere inkomensongelijkheid.
De bepalingen inzake intellectueel eigendom zijn slechts één voorbeeld van hoe er uitgebreid protectionisme is. Deze vormen van protectionisme zijn gelijk aan de tarieven van vele duizenden procent, meestal verhogen ze de prijs van de beschermde items met tien of zelfs honderd keer de vrije marktprijs.
Intellectueel eigendomis een verleidelijke fata morganaZei u
intellectueel eigendom? Het is een verleidelijke luchtspiegeling; het diepere probleem van de term is: overgeneralisatie. De term heeft een sturing in een bepaalde richting die niet moeilijk te zien is: het suggereert denken over auteursrechten, patenten en handelsmerken – drie afzonderlijke en verschillende zaken met drie afzonderlijke en verschillende sets van wetten – naar analogie van eigendomsrechten voor fysieke objecten. Deze verwarrende en misleidende term is niet gemeengoed geworden door toeval. Bedrijven die profiteren van de verwarring hebben het gepromoot. Er bestaat niet zoiets als een uniformintellectueel eigendom– het is een verkeerde benaming.Hoe dan ook, de term
intellectueel eigendomis een propagandaterm die nooit gebruikt zou moeten worden, omdat alleen al het gebruik ervan, het maakt niet uit wat je er over zegt, veronderstelt dat het zinvol is. Het is eigenlijk niet zinvol, omdat het verschillende wetten bij elkaar veegt die meer van elkaar verschillen dan met elkaar overeenkomen.
Sterke bescherming met patenten en auteursrechten zijn buitensporige monopolies
Volgens nobelprijswinnaar Paul Krugman zijn er goede redenen om aan te nemen dat een verminderde concurrentie en een grotere monopoliemacht zeer slecht zijn voor de economie.
De mededingingswetten van gisteren kunnen niet de hedendaagse problemen oplossen. Steeds meer welvaart wordt vastgehouden in de vorm van intellectueel eigendom, en die trend zal zich waarschijnlijk voortzetten. Er zijn legitieme zorgen over de vraag of patenten en auteursrechten veel bedrijven een te lange en te sterke periode van exclusief gebruik geven, en misschien kunnen ze wel worden beschouwd als buitensporige monopolies. Maar de overheid, die deze monopolies gecreëerd heeft, zou ze kunnen afzwakken zonder gebruik te maken van de mededingingswetgeving.
Intellectueel eigendom versterkt ongelijkheid
Handelsovereenkomsten worden steeds meer als de hoofdoorzaak van de economische ongelijkheid gezien. Ongelijkheid is niet een bijkomstig effect van economische groei; Integendeel, het is zowel de oorzaak als het symptoom van tragere groei. Ongelijkheid is het struikelblok voor het herstel.
Ongelijkheid is problematisch, niet omdat het sommige mensen jaloers maakt op anderen, maar omdat het voor miljoenen mensen effectief de mogelijkheden blokkeert om hun leven te verbeteren. Er is nu algemeen aanvaard dat dit een probleem is. Het is niet alleen een probleem van inkomensongelijkheid, maar ook van ongelijkheid van kansen. Ongelijkheid en onverdiend inkomen maken de economie kapot.
Hoewel handelsakkoorden een rol hebben gespeeld in het creëren van deze ongelijkheid, hebben ook vele andere zaken bijgedragen aan het kantelen van de politieke balans in de richting van het kapitaal. Regels inzake intellectueel eigendom, bijvoorbeeld, hebben de macht van farmaceutische bedrijven om de prijzen te verhogen doen toenemen. Maar een toename van de marktmacht van bedrijven is de facto een verlaging van de reële lonen – een toename van de ongelijkheid die vandaag de dag een kenmerk van de meest ontwikkelde landen is geworden.
Royalty’s op intellectueel eigendom is vehikel voor belastingontwijking
Een steeds populairder strategie van multinationals is om het eigendom van hun belangrijkste intellectuele eigendom over te dragen aan een dochtermaatschappij in een belastingparadijs, en dan in rekening te brengen aan andere dochterondernemingen in landen met hogere belastingen voor het gebruik ervan. Gegevens van de OESO, een denktank van de rijke landen, benadrukken hoe veel patenten eigendom zijn van outfits in zulke onwaarschijnlijke innovatiehubs als Barbados, de Kaaimaneilanden en Bermuda.
Dit is met name populair onder de technologische en farmaceutische bedrijven die veel intellectueel eigendom hebben, waarvan de waarde vooral subjectief is. Deze intra-company royalty transacties worden geacht plaats te vinden op armslengte, maar de prijs wordt vaak zo vastgesteld om de winsten in landen met hoge belastingen te minimaliseren en te maximaliseren in diegenen met lage belastingen.
Bekende voorbeelden zijn Apple, Google, Starbucks en McDonald’s. De Europese Commissie ziet de illegale fiscale voordelen die Ierland gaf aan Apple, met een waarde tot €13 miljard, als een illegale vorm van staatssteun. Ook onderzoekt de EU vermeende belastingontwijking bij McDonald’s. In Europa opereert bijna driekwart van de 8.000 McDonald’s-vestigingen onder de franchiseformule. McDonald’s zou hier volgens het rapport van profiteren doordat de winsten van de franchiseketen worden aangemerkt als royalty’s uit intellectueel eigendom. In plaats van 29,2 procent vennootschapsbelasting wordt het belastbare inkomen dan slechts aangeslagen met 5,8 procent.
Ook CETA versterkt ongelijkheid en vertraagt economische groei
Het ‘Comprehensive Economic and Trade Agreement‘ (CETA) is een ingrijpend handelsakkoord met beperkende mogelijkheden om politiek beleid te voeren in uiteenlopende sectoren zoals intellectuele eigendomsrechten, overheidsopdrachten, voedselveiligheid, financiële regelgeving, het tijdelijk verkeer van werknemers, binnenlandse regulering en openbare diensten, om er maar een paar van de onderwerpen te noemen in deze verkennende analyse.
CETA wordt afgeschilderd als een handelsovereenkomst, maar het gaat veel verder dan handel. Het raakt aan privacy en gegevensbescherming, het recht op toegang tot kennis, en aan andere grondrechten.
Het maatschappelijk middenveld heeft herhaaldelijk haar bezorgdheid geuit over het gebrek aan democratie en transparantie van het onderhandelingsproces, problemen in verband met de bescherming van de persoonsgegevens van de Europese burgers, het Investment Court System (ICS) in het akkoord, waarmee bedrijven besluiten van de overheid kunnen aanvechten, en het opnemen van intellectuele eigendomsrechten in de overeenkomst zonder debat, met inbegrip van maatregelen die zeer nauw aansluiten bij de tekst van de Handelsovereenkomst ter bestrijding van namaak (ACTA), die door het Europees Parlement in 2012 werd afgewezen.
Onderdeel van een groter probleem: ernstig wanbeheer van de globalisering
Economen zijn in het openbaar altijd enthousiast over internationale handel. Ten onrechte, vindt Harvard-econoom Dani Rodrik: Nieuwe handelsverdragen bevatten regels over intellectueel eigendom, kapitaalstromen en investeringsbescherming die vooral ontworpen zijn om winst te genereren voor financiële instellingen en multinationals.
Nobelprijswinnaar Joseph Stiglitz:
Erger nog, overeenkomsten zoals de TPP, TTIP en CETA zijn slechts één aspect van een groter probleem: ons grove mismanagement van de globalisering. Als bedrijven vragen om harmonisering van regelgeving, dan bedoelen ze eigenlijk een race naar de bodem.
Toekomstige handelsovereenkomsten: vijf eenvoudige aanbevelingen
Voor een eerlijker handelsbeleid is transparantie in de handelsbesprekingen de eerste stap: vijf eenvoudige aanbevelingen:
- Publiceer de teksten van de voorstellen over de voornemens in de lopende internationale handelsbesprekingen.
- Publiceer de geconsolideerde teksten na elke ronde van de lopende onderhandelingen.
- Wijs een
transparency officer
aan die geen structurele belangenconflicten bij de bevordering van transparantie bij de betrokken partijen heeft. - Stel tekstvoorstellen open ter kennisgeving en voor commentaar in openbare hoorzittingen.
- Geef handelsadvies-commissies een breder draagvlak met actieve publieke participatie.
Deze vijf aanbevelingen zijn ook bekrachtigd door de Sunlight Foundation, de Association of Research Libraries, en OpenTheGovernment.org.
Landoptimist zegt
Mooi artikel. Jammer dat niet wordt verwezen naar onze eigen geschiedenis, en wel de periode dat wij patenten hadden afgeschaft. Hebben we daar last van gehad? Integendeel! In die tijd zijn bedrijven als Philips ontstaan. Helaas zijn onze politici gezwicht onder buitenlandse druk om het patentensysteem weer opnieuw in te voeren. Maar in onze eigen geschiedenis hebben we gewoon bewijzen dat we heel goed zonder patenten kunnen.
Wim ten Brink zegt
Nee, ik ben het niet eens met de titel!
Eerst en vooral is auteursrecht enorm belangrijk voor kleinere bedrijven en freelancers die hun inkomsten behalen via de werken die ze maken. Een fotograaf, bijvoorbeeld, moet veel geld investeren om goede foto’s te kunnen maken om deze via licenties door te verkopen aan tijdschriften en kranten. Op die manier moet hij de onkosten terugverdienen en zelfs proberen om enige winst te maken zodat hij in zijn levensonderhoud kan voorzien. Om deze personen en kleine bedrijven te beschermen is auteursrecht dus zeer noodzakelijk omdat anders iedereen er met hun werk vandoor gaat en ze de kosten nooit kunnen terugverdienen. Welke motivatie is er dan nog om hiermee door te gaan? En dat is de achterliggende gedachte bij auteursrechten en patenten.
Maar zoals gewoonlijk zijn er enorm grote organisaties die op Internationaal gebied opereren en misbruik maken van de gaten in de wet. Zoals al is aangegeven, een dochterbedrijf in een belastingparadijs krijgt de auteursrechten en andere dochter kopen vervolgens licenties op deze werken zodat ze minder belasting hoeven af te dragen. En de auteurswet, patenten en octrooien worden daarbij ook misbruikt om de concurrentie de markt uit te schoppen. Maar dat is niet het probleem van de auteurswet maar eerder hoe deze bedrijven gewoon Internationaal kunnen opereren.
Beter is het om het principe van dochterbedrijven in het buitenland gewoon aan te pakken. Een simpele methode zou kunnen zijn om de geldstromen tussen de diverse dochterondernemingen gewoon extra te belasten indien deze de grens over gaan. Dan is het prima dat Starbucks een hoofdkwartier in Ierland heeft, maar als over de geldstromen naar en van ierland gewoon 20% belasting wordt berekend dan is de winstgevendheid hiervan al een stuk minder.
En ja, dat betekent vooral ook het belasten van het vele in-house banking dat diverse grote bedrijven doen. Het principe is hierbij heel simpel: het bedrijf houdt een interne administratie bij van alle uitgaven van alle dochtermaatschappijen. En als een dochter in Nederland dan een rekening in de USA moet betalen dan wordt deze betaald door een andere dochter in America. Die dochter heeft dan weer een rekening in Japan die door de derde dochter in Japan wordt betaald. En de dochter in Japan heeft weer een rekening in Nederland, dus de dochter in Nederland betaalt die rekening dan weer. Is wat extra boekhouding maar uiteindelijk kunnen zo alle internationale betalingen gewoon verdwijnen naar nationale betalingen zonder extra onkosten of zelfs maar enige bankkosten. Dit bespaart enorm veel geld maar kan ook gebruikt worden om belastingen te ontwijken.
Dus heel simpel: belast al die in-house bak transacties met 5% belasting en ze worden al een stuk minder effectief. Ten minste, als Nederland dus alleen de transacties van en naar Nederland zo extra gaat belasten. Als andere landen dat voorbeeld volgen dan wordt het gebruik van dochterondernemingen op deze manier al een stuk minder lucratief.
Het probleem is niet de auteurswet of patenten of octrooien. Het zijn de moderne bedrijfs-structuren die de gehele boekhouding bemoeilijken en die om die reden juist zijn opgezet!
De auteurswet aanpassen doet juist schade aan de kleinere auteurs omdat die opeens minder inkomsten gaan krijgen als ze hun rechten niet meer behouden. De grote bedrijven vinden dan wel weer andere manieren om winst te maken, en komen er gewoon eenvoudig van af. En omdat er juist minder kleine auteurs overblijven na zo’n maatregel tegen auteursrechten krijgen die grote bedrijven juist meer macht, niet minder…
Wietze Brandsma zegt
Auteursrecht dient om makers in staat te stellen bij te dragen aan het algemeen cultuurgoed. De huidige duur van de auteursrechtelijke bescherming (tot 70 jaar na de dood van de auteur) verstikt toegang tot kennis en cultuur en is onevenredig in vergelijking met de gemiddelde commerciële levensduur van auteursrechtelijk beschermde werken. Nieuwe technologieën brengen nieuwe manieren om toegang te krijgen tot de cultuur – ze zijn geen bedreiging voor de makers. Er is behoefte aan een gemoderniseerd copyright regime dat rekening houdt met de behoeften van alle geledingen van de maatschappij, met inbegrip van de makers. Meer lezen kan hier: De voodoo-economie van het auteursrecht in de EU.