Zonder last of ruggespraak – het is een overblijfsel uit de tijd van de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden. Daarin dienden afgevaardigden steeds naar hun eigen opdrachtgevers te gaan voor overleg; iets dat dagen duurde en besluitvorming onnodig vertraagde. Daarnaast is een algemene opvatting dat een volksvertegenwoordiger zich bij het komen tot zijn standpunt niet dient te laten leiden door deelbelangen, maar door het algemeen landsbelang. Om hierbij te helpen is grondwettelijk vastgelegd dat een vertegenwoordiger zonder last en ruggespraak moet stemmen. In de grondwetherziening van 1983 is onder GrondWet artikel 67 lid 3 de tekst veranderd naar ‘de leden stemmen zonder last’, omdat ‘zonder ruggespraak’ impliceerde, dat een Kamerlid niet met zijn fractie zou mogen overleggen.
In tegenstelling tot wat veel mensen denken, stemmen wij tijdens Tweede Kamerverkiezingen niet op partijen, maar op personen. Deze personen staan op een lijst namens een partij, en staan vrij overleg te voeren met deze partij. Desalniettemin is het nog steeds de bedoeling dat een door het volk gekozen Kamerlid zelfstandig een afweging moet maken om voor of tegen een wetsvoorstel te stemmen. Hierbij kan er natuurlijk wel een moreel politieke binding zijn aan bijvoorbeeld een regeerakkoord; toch kan dit niet verplicht worden.
Hier gaat het mis. De scheiding tussen de wetgevende en uitvoerende macht is inmiddels zo flinterdun dat bijvoorbeeld de PvdA afgelopen Eerste Kamerverkiezingen aspirant senatoren dwong om vooraf kenbaar te maken of ze problemen hadden met iets dat in het regeerakkoord staat, voordat de volgorde van de kandidaten op de kieslijst werd bepaald. Daarnaast werden ze verplicht een verklaring te geven dat ze het regeerakkoord zouden onderschrijven. Ondanks dat dit handig lijkt te zijn om vooraf een situatie zoals die met de vrije artsenkeuze te voorkomen, waarin drie PvdA-senatoren een wet blokkeerden op morele gronden in het algemeen landsbelang, kun je jezelf afvragen of dit niet haaks staat op de Grondwet met het principe ‘zonder last’.
Fractiediscipline is er altijd wel geweest, evenals de Haagse realiteit met dealtjes en ongeschreven regels waaraan je geacht wordt je te houden. Zo komt het meer dan eens voor dat een partijstandpunt niet per se die van een Kamerlid hoeft te zijn, maar dat deze alsnog geacht wordt om de partijstandpunten uit te dragen in en buiten de Kamer.
Toch is er sinds eind vorige eeuw een duidelijke verschuiving merkbaar rondom fractiediscipline waarbij deze steeds strakker gehandhaafd wordt, vooraf meer deals gesloten worden, er steeds meer topoverleg is in achterkamertjes, maar ook proefballonnetjes worden opgelaten en maatregelen zijn genomen om dissidenten harder aan te pakken. Denk bijvoorbeeld aan het proefballonnetje van het verplicht ’teruggeven’ van een Kamerzetel, maar ook aan het al ingevoerde beperken van budget voor afgesplitste Kamerleden, het beperken van spreektijd, politiek geridiculiseerd en monddood gemaakt en vaak na een regeerperiode op de arbeidsmarkt als paria beschouwd worden.
Het is niet slecht om dissidenten te hebben: het houdt een partij scherp en zorgt voor publieke discussie. Ook zorgt het ervoor, dat een Kamerlid inderdaad zonder last, naar eer en geweten kan stemmen. Daarnaast wassen de meeste afsplitsingen simpelweg weg na een volgende stemronde, enkele uitzonderingen daargelaten. Een groot gevaar voor de democratie kun je dit niet noemen, meer een last voor een partijtop of regering.
De boodschap aan Kamerleden is duidelijk: conformeer je, of realiseer je dat je ‘klaar’ bent. Dit, gekoppeld aan de al eerder benoemde proefballonnetjes rondom het invoeren van een kiesdrempel, een districtenstelsel, het afschaffen van de Eerste Kamer en het verkleinen van de Tweede Kamer, zorgt voor een absolute doodsteek van onze democratie. Op deze manier dient een Kamerlid steeds meer als stemvee voor partijleiding, in plaats van dat deze zelf geïnformeerde keuzes maakt voor het algemeen landsbelang in plaats van voor deelbelangen, zoals regeerakkoorden, partijbelangen en andere soortgelijke situaties.
Een van de grootste oorzaken van dit probleem is het steeds verder samensmelten van de uitvoerende en wetgevende macht via diezelfde fractiediscipline. Het wordt dan ook tijd om de uitvoerende macht weer wat losser te maken van de wetgevende macht, in plaats van een verdere centralisatie van dezelfde macht te faciliteren. Je kunt je afvragen of een Kamerlid nog wel zonder last kan stemmen, of dat het inmiddels onder last is geworden. Zelfs tijdens een hoofdelijke stemming, toch het ultieme instrument om aan te tonen dat een Kamerlid zonder last en zelfstandig zijn of haar eigen afweging kan maken, speelt partijdiscipline een te grote rol en stemt een Kamerlid eigenlijk altijd precies wat de partij(top) op dat moment wil, in plaats van wat in het landsbelang lijkt. Hierdoor lijkt het er ook op dat ministers of staatssecretarissen er steeds vaker mee weg komen als ze de Kamer misleiden of informatie achterhouden wanneer het een partijtop even niet uitkomt.
Daar wij niet op partijen stemmen, maar op personen, kun je jezelf ook afvragen of het wel zo democratisch is om spreektijd en budgetten te koppelen aan de hoeveelheid zetels die een partij bezit. Op deze manier worden eventuele ‘dissidenten’ beperkt, en laten we eerlijk zijn: wettelijk gezien zitten er in de Tweede Kamer 150 eenmansfracties, waar er simpelweg een hoop met elkaar samenwerken. Moeten we dan niet gewoon zorgen dat ieder Kamerlid een vast budget krijgt ter ondersteuning, en er vaste spreektijden gehandhaafd worden? Ongeacht de grootte van een partij. Zodat leden, van een grote of kleine partij, afgesplitst of niet, dezelfde kansen krijgen en zelf kunnen kiezen om dan wel of niet te samenwerken.
Hoe dan ook, het is tijd om fractiediscipline weer te zien zoals het is, tegen artikel 67 lid 3 van de Grondwet. Overleggen mag uiteraard altijd, maar zodra het overleg een dwingend karakter krijgt, met een “als je niet doet wat we zeggen heeft het consequenties”, ben je als partij simpelweg ongrondwettelijk bezig. Het is aan een partij om via de door haar gekozen procedures de mensen te vinden die bij de partij passen, in plaats van mensen te dwingen zich aan de partij aan te passen.
De Piratenpartij vindt dat e-democracy en een open, eerlijke overheid hierbij kan helpen. In plaats van dat een regering haar regeerakkoord opdringt aan de Tweede Kamer en hiermee aan de samenleving, maakt een regering beleid aan de hand van de wensen uit de samenleving en houdt de Kamer zich bezig met haar controlefunctie. Zo brengen we met elkaar ook automatisch het democratisch stelsel weer wat dichter bij de burger, en kan iedere stemgerechtigde participeren in besluitvorming.
—
voor dit artikel zijn de volgende bronnen gebruikt:
https://nl.wikipedia.org/wiki/Zonder_last_of_ruggespraak
https://www.prodemos.nl/Blogs/ProDemos/Last-en-ruggespraak
http://www.parlement.com/id/vju4hc7tuuy9/fractiediscipline
http://www.parlement.com/id/vituefrhhaq8/het_begrip_zonder_last_en_ruggespraak
http://www.nu.nl/politiek/4056351/pvda-senator-horst-wil-af-van-verplichte-steun-coalitieakkoord.html
http://www.nrc.nl/nieuws/2015/06/22/kamer-wil-ontmoedigen-dat-leden-zich-afsplitsen-van-fractie
https://www.vn.nl/hoe-de-vrijheid-uit-de-politiek-verdween/
Jonathan van Dijken zegt
http://www.parlement.com/id/vju4hc7tuuy9/fractiediscipline
“Er was één partij, de CHU i, die nauwelijks stemdwang kende. De leden van CHU-fracties stemden dan ook geregeld verdeeld. Maar ook voor hen gold dat dit vooral gebeurde op momenten dat er daarvoor ‘ruimte’ was en niet bij stemmingen waarin bijvoorbeeld de positie van het kabinet of een bewindspersoon in het geding was.”
wat mij betreft de enige partij die zich aan de grondwet heeft gehouden dan 😛
David van Deijk zegt
Fractie discipline remt democratie op 2 manieren.
1. De backbenchers krijgen hierdoor geen echte gelegenheid meer om zich te profileren.
2. De backbenchers moeten meedoen omdat ze anders op de volgende kieslijst op een onverkiesbare plaats komen te staan.
Meer ruimte voor individuele meningsverschillen zal ook het afsplitsen van mini fracties verminderen.
De molochen willen graag dat de partijtop mag vertellen wat de kamerleden moeten stemmen, maar erg democratisch is dat niet.