Blog van Europarlementariër Julia Reda: "Green light for upload filters: EU Parliament's copyright rapporteur has learned nothing from year-long debate", oorspronkelijk gepubliceerd op 21 februari 2018. Vertaling door Henk Heslinga.
Sinds de Europese Commissie haar zeer omstreden voorstel heeft gepresenteerd om internetplatforms te dwingen censuurmachines te gebruiken, wacht de auteursrechten-wereld met spanning op het standpunt van het Europees Parlement. Vandaag heeft rapporteur Axel Voss (Duitse CDU) die belast is met de taak om de hervorming van het auteursrecht door het Parlement te loodsen, eindelijk de tekst uitgegeven waarachter het Parlement zich vanuit zijn perspectief zou moeten scharen.
Het is een groen licht voor censuurmachines: de heer Voss heeft het oorspronkelijke voorstel van zijn Duitse partijcollega, voormalig Digitale Commissaris Günther Oettinger, bijna volledig overgenomen.
Daarbij verwerpt hij oproepen vanuit het hele politieke spectrum om de censuurmachines te stoppen. Hij negeert anderhalf jaar van intensieve academische en politieke debatten, die talloze in het oog springende gebreken van het voorstel aan het licht hebben gebracht. Hij verwerpt het werk van verschillende parlementaire commissies die zich tegen uploadfilters uitspraken, evenals de bevindingen van zijn voorganger en parlementaire partijgenoot Comodini, die de problemen bijna een jaar geleden correct had onderkend. Hij veegt de zorgen onder het tapijt over de rechtmatigheid van het voorstel die verschillende nationale regeringen in de [Europese] Raad hebben geuit. En hij gaat in tegen het onlangs gepubliceerde regeerakkoord van de nieuwe Duitse regering — waaronder zijn eigen [christen-democratische] partij — waar filterverplichtingen als disproportioneel worden afgewezen.
[Lees het compromis voorstel PDF]
Dit is slechts alleen in naam een “compromis”. Het voorstel van de heer Voss bevat alle problematische elementen van het oorspronkelijke idee van de censuurmachines en voegt er nog meer aan toe. Hier is het voorstel in detail:
1. Verplichte onmogelijk te verkrijgen licenties
In het voorstel staat: Alle apps en websites waar gebruikers media kunnen uploaden en publiceren, behoeven auteursrecht licenties voor alle content te verkrijgen. Deze platforms worden beschouwd alle gebruikersuploads “aan het publiek te communiceren”, wat betekent dat de platforms rechtstreeks verantwoordelijk zijn voor inbreuk op het auteursrecht door hun gebruikers, alsof het de medewerkers van het platform zelf zijn die deze werken hadden geüpload.
Deze bizarre toevoeging aan het Commissievoorstel zal in de praktijk vaak niet haalbaar zijn: van wie precies moeten de internetplatforms deze licentie-overeenkomsten verkrijgen? Hoewel er auteursrechtenorganisaties kunnen zijn die professionele auteurs vertegenwoordigen op een aantal gebieden zoals muziek of film, die in staat kunnen zijn een licentie te verlenen voor het werk van vele individuele auteurs, hebben andere sectoren helemaal geen auteursrechtenorganisaties.
Stel je bijvoorbeeld een hostingplatform voor software voor zoals GitHub. Er is geen auteursrechtenorganisatie voor softwareontwikkelaars en tot nu toe heeft nog niemand de noodzaak gezien om er een te stichten. Dus waar krijgt GitHub, die ongetwijfeld toegang geeft tot door de gebruiker geüploade (auteursrechtelijk beschermde) software, zijn auteursrechtlicentie? Ze kunnen geen licentie-onderhandelingen beginnen met elke afzonderlijke software-ontwikkelaar, alleen maar omdat iemand op een dag zijn software zonder toestemming naar GitHub kan uploaden. En zonder die onmogelijk te verkrijgen licentie, zegt deze wet dat ze direct aansprakelijk zijn zodra iemand auteursrechtelijk beschermde werken upload. Dat is een zekere manier om de platform-economie in Europa in de kiem te smoren.
En deze onmogelijk te verkrijgen licenties hebben alleen betrekking op niet-commercieel gebruik: als het platform een licentie verkrijgt zoals voorgeschreven, zijn niet-commerciële uploaders niet aansprakelijk. Uploaders die voor commerciële doeleinden handelen, zoals bedrijven met accounts op sociale media, kunnen echter nog steeds worden aangeklaagd door rechtenhouders.
2. De censuurmachine is hier om te blijven
In het voorstel staat: Alle platforms die “aanzienlijke hoeveelheden” van door gebruikers geüploade content hosten en openbaar toegankelijk zijn, moeten sowieso voorkomen dat auteursrechtelijk beschermde content, die rechtenhouders hebben geïdentificeerd, wordt geüpload.
Er zijn slechts twee manieren om dit te doen: (a) een leger getrainde apen inhuren om elke individuele upload van een gebruiker te beoordelen en deze handmatig te vergelijken met informatie van rechtenhouders, of (b) door uploadfilters te installeren. In het artikel dat deze verplichting bevat, worden de content filters niet langer expliciet genoemd. Ze worden echter vermeld in andere delen van de tekst, wat duidelijk maakt dat Voss filters voor ogen heeft.
Wat “significante hoeveelheden” zou moeten zijn, blijft ongedefinieerd. De Commissie wilde censuurmachines voorschrijven voor platforms met “grote hoeveelheden” content, als gevolg van het misleidende idee dat alle bedrijven die grote hoeveelheden content hosten, ook aanzienlijke middelen kunnen besteden aan het implementeren van uploadfilters. De Commissie negeerde de grote verscheidenheid aan niet-commerciële platforms zoals Wikipedia, niche-platforms zoals MuseScore (voor bladmuziek) en veel start-ups die miljoenen uploads hosten, maar moeite zouden hebben om dure filtertechnologie te implementeren of in licentie te nemen.
Waarom Voss denkt dat het beter zou zijn door het woord “groot” te vervangen door het mogelijk nog meer omvattende “significant”, blijft volledig onduidelijk.
3. Een klein probleempje met de grondrechten
In het voorstel staat: De filtermaatregelen mogen geen verwerking van persoonsgegevens inhouden om de privacy van de gebruikers te beschermen.
De enige aanwijzing dat de heer Voss aandacht heeft besteed aan de publieke kritiek is dat hij erkent dat er misschien een klein probleem is met de grondrechten. Het Europese Hof van Justitie heeft namelijk in het verleden geoordeeld dat een verplichting om alle uploads van gebruikers te filteren in strijd is met de fundamentele rechten op privacy, vrijheid van meningsuiting, vrijheid van informatie en vrijheid van ondernemerschap. Voss kiest blijkbaar willekeurig een van deze fundamentele rechten en voegt een bepaling toe die erop is gericht deze te beschermen. Hoe bewonderenswaardig dit ook mag zijn, het is ook in directe tegenspraak met wat volgt:
Omdat filters steevast legale content zullen verwijderen, bijvoorbeeld wegens een uitzondering op het auteursrecht zoals het citaatrecht, zouden gebruikers toegang moeten hebben tot een verhaalmechanisme om te klagen over het blokkeren van deze content. Maar hoe moet het platform de gebruiker het rechtsmiddel bieden als het niet is toegestaan om persoonsgegevens te verwerken? Gewoon het bijhouden van een log van gebruikers die het slachtoffer zijn geworden van het filter, vereist al de verwerking van persoonsgegevens. Hoe kan een gebruiker klagen over een onjuist verwijderingsverzoek als het platform geen toestemming heeft om bij te houden wat het filter heeft verwijderd?
Het wordt nog mooier: raad eens wie moet beslissen wat er gebeurt met de klachten van gebruikers over onrechtmatige verwijderingen? Inderdaad, die rechtenhouders die hebben gevraagd om de — misschien ten onrechte — herkende content te blokkeren. Ze zullen zeker een onpartijdige scheidsrechter blijken te zijn…
Op zijn minst moeten gebruikers naar de rechter kunnen stappen als de beroepsprocedure onvoldoende is. In de praktijk kan dit echter moeilijk zijn, aangezien beperkingen op het auteursrecht geen wettelijke rechten tegen rechtenhouders vormen. Daarom kan een rechtbank besluiten om af te zien van een oordeel om eerder verwijderde uploads te herstellen, zelfs als ze wettelijk onder een uitzondering op het auteursrecht vielen.
Wat de gebruikers nodig hebben, is een duidelijke wettelijke bepaling dat de auteursrechtelijke uitzonderingen gebruikersrechten vertegenwoordigen — precies wat de vorige auteursrechtenrapporteur Therese Comodini had voorgesteld.
4. Zeer specifieke algemene monitoring
In het voorstel staat: Het controleren van alle [gebruikers]uploads om na te gaan of ze identiek zijn aan auteursrechtelijk beschermde werken van bepaalde rechtenhouders vormt geen verboden “algemene” surveillance, maar is “specifiek”.
De EU-wetgeving verbiedt wetten die hostingproviders dwingen “algemeen toezicht te houden”, zoals het voortdurend controleren van alle bestanden die door gebruikers worden geüpload. Voss stelt simpelweg dat uploadfilters die regel niet zouden overtreden en schrijft dat alleen “abstracte monitoring” verboden zou moeten zijn, wat vermoedelijk betekent dat je willekeurig kijken naar geüploade bestanden zonder op zoek te gaan naar iets in het bijzonder.
Juist dit argument is al verworpen door het Europese Hof van Justitie: de Europese Commissie heeft er in het verleden al gebruik van gemaakt ter verdediging van uploadfilters — en heeft verloren (paragraaf 58 van de Franstalige bijdrage van de Commissie aan de zaak van het Europese Hof van Justitie, zaak Scarlet vs. SABAM).
5. Enkele uitzonderingen
In het voorstel staat: De filterverplichting mag niet van toepassing zijn op internetserviceproviders, online marktplaatsen zoals ebay, research repository’s waar rechtenhouders voornamelijk hun eigen werken uploaden, zoals arXiv, of cloudserviceproviders zoals Dropbox, waar de uploads niet openbaar toegankelijk zijn.
In een laatste poging om de massale nevenschade van de voorgestelde wetgeving te beteugelen, stelt Voss een welkome verduidelijking voor voor welke platforms de filterverplichting niet geldt. Maar deze uitzondering, die juridisch niet bindend is, omdat hij in een Overweging staat en niet in een Artikel, is niet van toepassing op de verplichting om een licentie te verlenen.
De vermelde platforms moeten nog steeds licenties van rechtenhouders verkrijgen wanneer uploads van gebruikers openbaar beschikbaar worden gemaakt, omdat deze nog steeds worden beschouwd als de communicatie aan het publiek. Maar hoe moeten deze platforms zichzelf beschermen tegen rechtszaken door rechtenhouders als ze vooraf geen licentie kunnen krijgen voor alle mogelijke content die kan worden geüpload? Ze zullen hoe dan ook hun toevlucht moeten nemen tot een uploadfilter.
6. Kritieke onderdelen blijven ongewijzigd
Grote delen van de meest bekritiseerde elementen van het Commissievoorstel zijn door rapporteur Voss volledig ongewijzigd gelaten, zoals de beruchte Overweging 38 (2), waarin de Commissie het beperkte aansprakelijkheidssysteem van de elektronische handelrichtlijn verkeerd voorstelt, en beweert dat elk platform, ook als die slechts alleen een algoritme gebruikt om geüploade werken in alfabetische volgorde te sorteren of een zoekfunctie aanbiedt, als “actief” moet worden beschouwd en daarom aansprakelijk moet zijn voor de acties van hun gebruikers. De enige verandering die de heer Voss in deze sectie heeft aangebracht, is cosmetisch van aard.
* * *
Het is niet te laat om de Censuurmachines te stoppen!
Gelukkig kan Axel Voss het standpunt van het Europees Parlement niet in zijn eentje bepalen. Hij heeft een meerderheid nodig in de commissie Juridische Zaken (JURI), die eind maart of april zal stemmen.[*] Twee andere commissies hebben zich al sterk gekant tegen filterverplichtingen en verschillende JURI-leden hebben amendementen ingediend om het artikel te schrappen of aanzienlijk te verbeteren.
Dit is het moment om uw EP-leden op te roepen het voorstel van de heer Voss af te wijzen!
U kunt diensten zoals SaveTheMeme.net van Digitale Rechten NGO Bits of Freedom of ChangeCopyright.org van Mozilla gebruiken om de leden van de Juridische Commissie kosteloos te bellen. Of schrijf de EP-leden uit uw land aan per e-mail.
Maar het belangrijkste is, zegt het voort! Vraag je lokale media om deze wet te verslaan. Het internet zoals wij dat kennen staat op het spel.
Update
[*] Na een paar keer uitstel is er op 20 juni gestemd in de JURI commissie. De JURI commissie heeft het voorstel aangenomen, en zichzelf een mandaat gegeven om direct te gaan onderhandelen met de Europese Raad. Dit mandaat is weggestemd op 5 juli door het Europees Parlement. Op 12 september wordt het voorstel nu plenair behandeld, tot die tijd kunnen er amendementen worden ingediend.
Voor zover mogelijk bij wet, heeft de maker afstand gedaan van alle auteursrechten en verwante of naburige rechten op dit werk.