Hoe redden we het Huis van de Klokkenluiders?
Vanavond besteedt Zembla aandacht aan de misstanden bij de NZa die door klokkenluider Arthur Gotlieb aan het licht werden gebracht. Ook de NRC heeft de afgelopen dagen uitvoerig bericht over de ontberingen die hij op zijn werk moest doorstaan, nadat hij geprobeerd had de (grote) problemen intern aan te kaarten. Het is tragisch dat de zaak pas aan het rollen kwam na de dood van Gotlieb. Inmiddels heeft de commissie Borstlap een keihard oordeel geveld over de NZa en blijkt Gotlieb postuum één van de meest gewetensvolle en capabele medewerkers van de NZa te zijn geweest.
Deze geschiedenis toont niet alleen het belang van klokkenluiders voor onze samenleving aan, maar onderstreept ook nogmaals hoe hoog de prijs is die klokkenluiders moeten betalen voor hun belangrijke bijdrage aan de maatschappij. We zien ook weer eens bevestigd hoe ongelijk het gevecht is wanneer een onbeschermde eenling tegenover een goed uitgeruste en kapitaalkrachtige organisatie komt te staan die hem koste wat kost het zwijgen op wil leggen. Helaas is dit geen incident; iedereen kent het tragische verhaal van Ad Bos die in een camper belandde en de hoge druk waaraan Fred Spijkers is blootgesteld. Het is duidelijk dat de politiek er nog steeds niet in geslaagd is het grote maatschappelijke belang dat echte klokkenluiders dienen, te vertalen naar een adequate bescherming van diezelfde klokkenluiders.
Eind vorig jaar is met veel tamtam de initiatiefwet Huis voor de Klokkenluiders door de Tweede Kamer aangenomen en werd de indruk gewekt dat het nu allemaal beter geregeld zou gaan worden. Helaas ligt de behandeling in de Eerste Kamer al geruime tijd stil en ziet het er naar uit dat de initiatiefwet binnenkort een stille dood gaat sterven. Komende dinsdag, 9 september is er een –niet publiekelijk toegankelijke– commissievergadering waarna we waarschijnlijk weinig meer van het initiatief zullen horen. Met de op 24 juli verschenen Evaluatie Onderzoeksraad Integriteit Overheid en Adviespunt Klokkenluiders op tafel zal geconcludeerd worden dat het uiteindelijk allemaal best wel meevalt, dat alles al goed geregeld is en dat de initiatiefwet te veel staatsrechtelijke rompslomp met zich mee gaat brengen.
Grondwet aanpassen?
Het grote probleem dat de Eerste Kamer ziet in het Huis voor de Klokkenluiders is namelijk dat de Grondwet waarschijnlijk aangepast moet worden, omdat het Huis onder verantwoordelijkheid zou vallen van de Nationale Ombudsman. Deze kan zich nu namelijk alleen uitspreken over misstanden bij de overheid en heeft geen bevoegdheid om misstanden in het bedrijfsleven aan te pakken.
De Piratenpartij denkt dat er weinig deugt van het evaluatierapport en dat mede daardoor de positie van klokkenluiders ten onrechte veel te zwak blijft. Volgens ons verdient het Huis een kans en kan met een aantal eenvoudige aanpassingen de Grondwetswijziging overbodig worden én kan daarnaast gezorgd worden voor een betere bescherming van de klokkenluiders.
Allereerst het evaluatierapport zelf. Het door adviesbureau Berenschot opgestelde rapport lijkt niet te berusten op de ervaringen van de echte grote klokkenluiders; voor zover wij weten is geen van de al eerder genoemde klokkenluiders gehoord. Ze mogen figureren als voorbeeld, maar er is hen niets gevraagd. Het is goed mogelijk dat de huidige regels wel voldoen voor ‘kleinere’ zaken die intern opgelost kunnen worden zonder dat een organisatie of bedrijf zich bedreigd voelt in haar voorbestaan en waar de top niet betrokken is bij de misstanden. Ondanks de positieve conclusies zijn er ook in dit rapport voorbeelden te vinden van klokkenluiders die de moed hebben opgegeven omdat ze niet de middelen hadden om zichzelf afdoende te beschermen tegen hun organisatie. Eén van de trieste voorbeelden is ‘respondent 52’ op pagina 21 van het rapport. De dreiging van een dure juridische procedure zonder rechtsbijstand heeft deze werknemer doen besluiten de zaak te laten rusten en naar een andere werkgever over te stappen. De waargenomen misstand was en is niet opgelost en linksom of rechtsom wordt de rekening voor de niet afgedragen pensioenpremies uiteindelijk door ons als maatschappij betaald.
Versterk het Huis van de Klokkenluiders in plaats van de bouw te stoppen.
Met enkele wijzigingen zou het staatsrechtelijke bezwaar van een grondwetswijziging kunnen worden weggenomen én kan recht gedaan worden aan het grote maatschappelijke belang dat wij aan klokkenluiders toekennen.
De Ombudsman lijkt niet de aangewezen persoon om het vermoeden van een misstand in een private onderneming te onderzoeken. Toch kunnen deze misstanden de maatschappij nog meer kosten dan misstanden bij de overheid. De Bouwfraude-affaire maakte overduidelijk dat ook publieke infrastructuur tegen veel te hogen kosten werd gebouwd door de private bedrijven. Kosten die uiteindelijk ten laste komen van het budget dat wij als samenleving hebben voor het verbeteren van onderwijs, gezondheidszorg en infrastructuur.
De Piratenpartij lijkt het een veel beter idee om de verantwoordelijkheid rechtstreeks onder te brengen bij de Tweede Kamer. Dus het Huis doet het vooronderzoek en adviseert of er daadwerkelijk sprake is van echt klokkenluiden over een belangrijk maatschappelijk probleem, waarna het parlement de verantwoordelijkheid voor de rest van het onderzoek krijgt. Om te voorkomen dat fractiediscipline een gedegen onderzoek in de weg komt te staan, zou het denkbaar zijn zo’n onderzoek te laten uitvoeren wanneer ten minste 50 parlementariërs de misstanden ernstig genoeg vinden.
De grondslag voor dit parlementair onderzoek is dan de Wet op de Parlementaire Enquete uit 2008, in het bijzonder art 30. Dit houdt onder meer in dat verklaringen afgelegd door de aspirant klokkenluider niet tegen hem kunnen worden gebruikt in eventuele andere rechtszaken.
Zoals Pieter van Vollenhoven in 2010 al zei: “In het strafrecht mag men zwijgen, een klokkenluider heeft juist het recht om vrijuit te spreken.”
Recht doen aan de klokkenluider.
In het huidige voorstel is de klokkenluider voor maximaal één jaar beschermd tegen ontslag. Alle grote klokkenluiderszaken hebben tot nu toe laten zien dat ontslag niet het hoofdprobleem is en dat een jaar ontslagbescherming dan ook weinig helpt. Wanneer het probleem dat de klokkenluider aankaart bedreigend genoeg is voor de organisatie waarin hij of zij werkt, moeten we ervan uitgaan dat een normaal functioneren in die organisatie niet meer mogelijk is, zelfs met ontslagbescherming. Behalve het feitelijke eind van de carrière kijkt een klokkenluider ook tegen hoge kosten aan wanneer de werkgever via juridische weg wraak probeert te nemen. Ad Bos was op geen enkele manier beschermd toen zijn werkgever hem liet vervolgen wegens het ‘verduisteren’ van het belastende bewijsmateriaal.
Financieel moet er dus ook veel meer steun komen voor de klokkenluider; een hypotheek voor twintig jaar los je nu eenmaal niet af met een arbeidscontract dat na één jaar afloopt. Zeker niet wanneer dat jaar gevolgd wordt door vele jaren van dure juridische procedures. Om recht te doen aan het offer dat de klokkenluider brengt, moeten wij als maatschappij bereid zijn voor veel langer dan een jaar bestaanszekerheid te bieden aan de potentiële klokkenluider. Daarom zou voor een erkende klokkenluider het salaris desnoods tot aan het pensioen moeten worden doorbetaald. Het bedrag dat daarmee gemoeid is, is uiteindelijk nog steeds een fractie van de boetes die de overheid kan innen van de organisaties die zich schuldig hebben gemaakt aan de misstanden. Het is niet alleen onterecht dat de Staat miljoenen incasseert terwijl de klokkenluider na een jaar gedwongen zijn huis moet verkopen; een echte adequate bescherming zal er waarschijnlijk ook voor zorgen dat meer werknemers problemen durven te melden.
De dreiging van hoge juridische kosten zou ondervangen kunnen worden door een speciaal rechtsbijstandsfonds voor erkende klokkenluiders. Dit zou eventueel gefinancierd kunnen worden uit de grote pot met opgehaalde boetes, of eventueel ondergebracht kunnen worden bij de bestaande rechtsbijstandsverzekeringen voor werknemers. Erkende klokkenluiders moeten sowieso beschermd zijn tegen vervolging door de overheid, zoals bij Ad Bos gebeurde én tegen vervolging van de acties die zij hebben moeten ondernemen om de misstanden aan de kaak te stellen.
Door op deze manier daadwerkelijk recht te doen aan het grote maatschappelijke belang dat klokkenluiders dienen en de erkende klokkenluiders daadwerkelijke bescherming te bieden tegen alle mogelijke gevolgen van het klokkenluiden, kunnen we het Huis van de Klokkenluider voorzien van sterke muren. Wanneer duidelijk wordt dat klokkenluiden niet meer neerkomt op een uiteindelijke opmaat voor een zwerversbestaan maar daadwerkelijk tot bescherming in de bestaanszekerheid leidt, kunnen wij als samenleving uiteindelijk vele miljarden besparen en ervoor zorgen dat publieke en private organisaties geen vrijbrief meer hebben om de samenleving grondrechten of grote sommen geld te ontfutselen.
* Voor de goede orde. Niet iedereen die uit rancune gaat klikken is een klokkenluider. Wikipedia is een goed beginpunt als je meer wilt weten over wat onder ‘klokkenluider’ verstaan wordt:
Berg-stoops zegt
schandalig.heb er geen worden voor.hoop dat ze zich. Zelf de das om doen..