Over de open consultatie van de Europese Commissie
Inspraak en de EU. Het lijkt een contradictio in terminis. Toch kan het nu, en wel op een zeer belangrijk onderwerp: het auteursrecht. Het auteursrecht wordt al meer dan 300 jaar gebruikt wordt om de verspreiding van kennis en informatie te monopoliseren in plaats van te stimuleren. Die wetgeving moet dus dringend worden aangepast aan onze tijd. Niet alleen omdat het zo fijn is om gratis te kunnen downloaden, maar omdat ook dit alleenrecht uiteindelijk een wapen zal worden dat een vernietigende uitwerking heeft op privacy. Via een open consultatie vraagt de Europese Commissie om uw mening over deze fossiele wetgeving. En dat is hard nodig.
Een stukje geschiedenis
Overheden zijn door de hele geschiedenis heen op zoek geweest naar manieren om hun onderdanen zo efficiënt en duidelijk mogelijk toe te kunnen spreken. De geschiedenis maakt echter ook duidelijk dat efficiënt communicerende, ontevreden onderdanen, een serieuze bedreiging kunnen vormen voor vrijwel elke overheid. Bij het verschijnen van nieuwe vormen van communicatie volgt ook niet lang daarna de ‘regulering’ en de vrijwel onvermijdelijke censuur. De laatste eeuwen is de auteursrechtenindustrie hierbij de meest betrouwbare en effectieve partner gebleken.
Het drukken van subversieve boeken om die vervolgens te verspreiden onder de onderdanen van vijandige naties is één ding. Voor wat het eigen volk te lezen kreeg, golden altijd heel andere regels. Door het uitgeven van boeken afhankelijk te maken van vergunningen en de houders van die vergunningen verantwoordelijk te maken voor het in stand houden van het monopolie, kon de verspreiding van informatie effectief gecontroleerd worden. Uitgevers die hun vergunning niet kwijt wilden raken, reguleerden zichzelf én controleerden de markt op niet-gemachtigde uitgaven, geholpen door de overheid, die auteursrechtovertredingen streng bestrafte.
Ook de radio werd door een systeem van vergunningen effectief omgevormd van een communicatiemiddel tot een massacommunicatiemedium. In Groot-Brittannië was het krijgen van een uitzendvergunning afhankelijk van het programmeren van klassieke muziek en stichtelijke woorden. Al snel werd deze vorm van staatscensuur bijna volledig uit de markt gedrukt door een groep vrijbuiters die populaire muziek begon uit te zenden, en luisterde er geen hond meer naar de BBC. De radiopiraten hebben de verspreiding van de normale cultuur via de radio op die manier mogelijk gemaakt en de regering uiteindelijk gedwongen de censuur sterk af te zwakken.
Er is geen spat veranderd
Alles komt in drieën, zo ook deze langdradige inleiding. Onze generatie ziet hoe deze strijd zich herhaalt, dit maal op het internet. Het netwerk waarin iedereen met iedereen kan communiceren wordt, met dank aan Nep-neutraliteit, langzaam omgevormd tot een grote spreekbuis richting consumenten. Onderlinge communicatie wordt bevorderd als het om consumentgedrag gaat, maar gevreesd wanneer het verder gaat dan dat. In tegenstelling tot de eerdere revoluties zijn de gereedschappen betaalbaar; de prijs van een computer of tablet staat in geen verhouding tot die van een drukpers of een beetje krachtige zender. In tegenstelling tot het controleren van wie de gereedschappen mag bezitten, is de overheid nu gedwongen om zich te concentreren op de inhoud van de communicatie. De inhoud kun je letterlijk controleren, zoals veiligheidsdiensten dat nu doen, of indirecter, door het instellen van informatiefilters. Zo’n filter bepaalt, welke sites een provider door mag of kan geven, en welke sites onbereikbaar worden.
Een informatiefilter is natuurlijk een ander woord voor censuur – reden waarom er in een democratische samenleving altijd een taboe heeft gerust op het filteren van sites. Hoezeer een overheid het ook wil, de kans dat een parlement openlijk voor een systeem van overheidscensuur zou stemmen is klein. Zelfs het toverwoord terrorisme is niet krachtig genoeg om die poort te openen. Dit probleem wordt voor de overheid opgelost door haar eeuwenoude bondgenoot, de auteursrechtenindustrie. Waar een parlement niet zwak genoeg is om openlijke censuur toe te staan maar slap genoeg om de markt in alles haar zin te geven, hebben private organisaties als BREIN, MPAA en BPI de geboden ruimte genomen om de censuurfilters aan de internetaanbieders op te leggen. In de UK gaat deze publiek–private censuursamenwerking zelfs zo ver dat de auteursrechtenlobby in de UKPIP de beschikking heeft gekregen over een eigen politiemacht. Onder het mom van het beschermen van artiesten worden in steeds meer landen filters opgelegd die, zonder dat er een letter in de wet gewijzigd is, de overheid vrijwel totale controle geven over wat haar burgers kunnen lezen.
Een gevaar voor de samenleving
Al in 2010 werd duidelijk dat de auteursrechtenindustrie geen enkel middel schuwt om de door haar gewenste filters geïnstalleerd te krijgen. Tot op heden is dit waarschijnlijk de enige officiële lobbygroep die zich tijdens haar bijeenkomsten enthousiast heeft getoond [1] over het verschijnsel van kinderporno op het net. In het gevecht tegen de privacy lopen de belangen van de spionerende staat en die van de copyright-maximalisten volledig parallel. De strijd tegen filesharing wordt steeds dichter bij de thuiscomputer uitgevochten. Het delen van bestanden gaat niet meer via grote centrale servers, maar via netwerken van privécomputers. En wanneer de openbare bestandsdelingsmogelijkheden worden aangepakt, zal dit meer en meer een privé-communicatie worden binnen een klein groepje gebruikers.
In de strijd voor privacy is er naast de duidelijk zichtbare overheid met haar geheime diensten dus nóg een tegenstander. Deze heeft een andere drijfveer, winstbejag, maar hetzelfde belang en oneindig diepe zakken om de sowieso geïnteresseerde wetgever te paaien. We moeten ons dus niet alleen richten op het terugdringen van de overheid uit onze privé-communicatie, maar ook stappen nemen om te zorgen dat die privé-communicatie nooit binnen het domein van de auteursrechtenindustrie zal komen te vallen. De huidige copyrightregels zijn al sterker gebleken dan het grondrecht op vrije meningsuiting; ze zullen zeker ook sterker blijken dan het al zeer zwak in de schoenen staande recht op privacy.
[1]techdirt artikel: Anti-Piracy Group Says: ‘Child Porn Is Great’ Since It Gets Politicians To Block File Sharing Sites
kletskous zegt
Reageren op de copyrightconsultatie mag in alle talen en Petra Kramer heeft een aanzet gemaakt tot een fryske reactie. Zie http://www.kletskous.com/2013/12/21/copyrightconsultatie-eu-hoe-faak-moat-ik-noch-sizze-dat-www-worldwide-web-betsjut/
Wiel Maessen zegt
Stel je er niet te veel van voor. Als consultaties niet de conclusie opleveren die de EC graag heeft, gaan ze toch op hun eigen manier door.
Lees http://velvetgloveironfist.blogspot.de/2011/07/ec-consultation-backfires-spectacularly.html maar eens over een vorige consultatie waar deze input niet werd gebruikt maar de eigen plannen werden doorgezet.
Steftduse zegt
Bedankt voor de interessante informatie
Roel© zegt
Tja, het blijft veel lees- en invulwerk.
De kortere samenvatting:
1) Ga naar http://okfde.github.io/eucopyright/
2) Vul de lijst zo compleet mogelijk in.
Voor belangrijke vragen en/of ‘PPNL antwoorden’ spiek op https://oud.piratenpartij.nl/special/auteursrechtenconsultatie
3) Download de complete versie (groene knop bovenin)
4) Mail deze naar markt-copyright-consultation@ec.europa.eu
En om het nog makkelijker te maken en (dus) meer mensen zover krijgt om deel te nemen:
Misschien toch handig om een voor ingevulde PPNL versie op http://okfde.github.io/eucopyright/ toegevoegd te krijgen?
PS: Vul ik dit in als end-user of representative van end-users (mag ik dat als lid van PPNL)?
Of doet het bestuur dat wel (hint hint 😛 )?
MBB zegt
1 Zijn wij als piratenpartij geen NGO (totdat we zijn gekozen), en kunnen we op die manier collectief antwoorden?
2 Kunnen we die “subversieve boeken” niet gebruiken in onze campagne? In de verlichting werden de controversiële boeken door vrijwilligers stiekem overgeschreven en gedeeld; *de* voorloper van het delen van cultuur zoals nu overal gebeurd. Dus we zouden posters van Bertrand Russel etc met DMCA/takedowns kunnen verspreiden of desnoods CD’s met de audioboeken van het LibreVox, met als boodschap wat het einde van het Public Domain zal betekenen.