Opiniestuk van Thijs Markus
We lopen er makkelijk aan voorbij, hoe de verhalen die we meedragen onze beleving van de wereld scheppen. Hoe we herkennen en onthouden. Welke beperkingen dat heeft, en welke mogelijkheden. De wereld om ons heen wordt meer dan ooit tevoren geschapen aan de hand van onze activiteiten, activiteiten die voortvloeien uit ons begrip en onze wensen voor de wereld. Centraal in al deze dingen ligt het narratief (de verhaallijn): het verhaal dat orde brengt in de chaos van het bestaan. Laten we deze macht eens analyseren en aantonen hoe een vrije informatiesamenleving hem koestert voor ons allen.
Jaren geleden waren we ’s nachts buiten in de weiden rond mijn geboortedorp. Onweer rolde tussen de verlaten weilanden, terwijl we naar huis liepen. De koeien stonden veilig op stal, maar wij werden halverwege onderschept door het geraas. Het was een zware storm, de donderklappen oorverdovend. De bliksem forkte pal over ons hoofd en verlichtte de weilanden in een verre omtrek. De regen sloeg in als kiezeltjes en de storm probeerde ons uit alle macht omver te duwen. Alle zintuigen kregen hun dosis overdondering, en opnieuw. Er was geen rust in de wereld en geen mens die rust kon brengen.
Natuurlijk ben ik als inwoner van de 21e eeuw geschoold in en me bewust van de natuurlijke processen die hiervoor verantwoordelijk zijn. Het verschil in luchtdruk dat de storm maakt, het op elkaar beuken van luchtfronten dat bliksem maakt. De koude lucht die de wolken doet condenseren tot regen. En zo ervoer ik de storm, tot ik me begon voor te stellen hoe een Germaan of Galliër uit een lang vervlogen tijd hieronder gebukt zou gaan. Voor hem waren zulke rationele verklaringen er niet. Voor hem was er slechts de overweldiging. Groter en enger dan die voor ons ooit kan zijn. Zijn bestaan kwetsbaarder, de storm kon zijn huis doen exploderen met een inslag. En ik begreep, dat Thor daarboven rond moest rijden. Op zijn strijdwagen, de wind opzwepend, en met zijn hamer de bliksem voortbrengend terwijl hij met een vreselijke woede voortraast.
En de nacht werd magisch. Een lang geleden gestorven god maakte zijn ronde over de aarde, en toonde zijn kracht in een geweldig spektakel. En ik had hem tot leven gewekt. De storm was niet langer onplezierig; het was een wilde godenrit om te ondergaan, rap doorlopen om thuis te komen was niet meer zo belangrijk. Ik probeerde mijn vrienden te verlichten natuurlijk, maar die dachten, niet onbegrijpelijk, dat ik weer eens gek was. Voor hen waren er slechts de feiten van hun ongemak. Maar ik zal de smaak onthouden die ik geproefd heb, van de wereld die verloren ging met Thor. Zulks is de macht van het narratief – hoe we dingen in de wereld om ons heen aan elkaar knopen.
De mens en het narratief
Voor de wetenschapper die het narratief vertegenwoordigt waarmee we de magie afzweren, is dit natuurlijk niet het geval. Voor hem zijn de droge -meetbare- feitjes onderdeel van een narratief, waarin ook hij vervulling en een hogere zingeving ervaart. Gerenommeerde wetenschappers hebben het idee van God niet zozeer losgelaten, als wel in een nieuw verhaal geplaatst. De God van Einstein en Spinoza is het universum en ze beschrijven het in wat volgens de oude Grieken de taal van de goden was – de wiskunde. Een gehandicapte god voor degenen die haar niet najagen wellicht, gebonden als zij is aan de feitelijkheid. Slechts de ingewijden, die de taal machtig zijn, kunnen daar iets vinden. Ze vertelt geen verhalen die bestemd zijn voor de oren van een sociaal en fantasierijk wezen, dat zichzelf herkent in het universum. De reductie van de realiteit die beleefd wordt, naar de feitelijkheid die gekend wordt, laat ons onvervuld.
De wetenschap vertelt ons ook dat ons geheugen een geheugen voor verhalen is. Ezelsbruggetjes. Ons wezen is er een van een bepaalde lijn door de feitelijkheden heen, waarin we houvast vinden. Mythen, sagen, sprookjes, kinderboeken, kortom: verhalen. Narratief. En ik geloof dat er uiteindelijk geen ultieme reden kan zijn waarom de ene lijn intrinsiek beter zou zijn dan de andere. Voorkeuren daarentegen, het wordt tijd dat we wat aandacht geven aan onze voorkeuren; onze voorkeuren van ervaring en beleving. Het verhaal van Thor vertelt ons precies wat we te verwachten hebben met onweer, hoewel de redenen bij nader inzien anders lagen. Maar het is lastig te ontkennen dat het verhaal een stuk mooier was. De werelden die we ingeruild hebben voor praktische verklaringen vertelden ons veel meer dan de praktische verklaring; ze brachten een verrijkte ervaring. Een antropomorfische verbinding met het universum. Een klap die we niet opgevangen hebben.
Wellicht kan de macht van het narratief het beste uitgelegd worden aan de hand van paranormale mediums die mensen leren te projecteren. Wat ze aanleren heeft niets en alles met het bovennatuurlijke te maken. Ze leren hun volgelingen de kunst van het projecteren en visualiseren: stel je de situatie voor waarin je jezelf wilt bevinden. Maak het verhaal dat je wilt leven. Als je dit helder voor je hebt, begin dan de stukjes realiteit te identificeren die in jouw nieuwe narratief passen, ofwel: word gevoelig voor de tekenen (die jouw projectie verstevigen). Stukje bij beetje zul je meer stukjes realiteit vinden die jouw verhaal bewaarheiden, en op een gegeven moment wordt het een lopend narratief. Onderdruk de negatieve emoties van angst, want die projecteren een wereld waarvan je de tekenen vindt die je nou juist niet moet verzamelen; blijf bij de positieve emoties en daaruit volgende projecties en jouw wereld zal mooi zijn. En waarom niet? Wat had de harde werkelijkheid hier in de eerste plaats te zoeken? De feitelijkheden zijn slechts randvoorwaarden voor het narratief. En was het scheppen van zo’n narratief niet precies de macht die we ooit aan de goden hebben toegedicht? Is zulk een schepping geen magie? Het paranormale ezelsbruggetje is eindeloos vergeefbaarder dan het neerknuppelen van de wereld-die-kan-zijn met wetenschappelijk scepticisme.
Het idee achter Jungiaanse archetypes: bestaan er wezens die slechts als verhaal bestaan, maar niettemin autonoom leven toegedicht kan worden? Zijn wij wezens die verhalen scheppen, of door verhalen geschapen worden? Het is een wisselwerking die we slechts half accepteren. Wij zoeken verklaringen, verhalen, en aan de hand daarvan vormen we ons bestaan. Dit schept een andere realiteit, met een opening voor andere verhalen. Maar de verklaring is wellicht niet altijd wat nagezocht of nagejaagd moet worden; de beleving en de schepping liggen in het spelen met de realiteit, en de verhalen die daarvoor conductief zijn.
De samenleving en het narratief
Het is makkelijk om in cynisme te vervallen over alle narratieven die onze cultuur propageert in het vacuüm van onze binding met het universum – beroemdheden, sport, gewelddadige films, games, ‘nieuws’ etc. Maar die narratieven tonen een diep-menselijke behoefte aan houvast: gedeelde cultuur, een gedeelde wereld. Een gedeelde wereld die uitstijgt boven de feitelijkheden waarover we niet hoeven te discussiëren. Die werelden, die ongebonden aan de dagelijkse realiteit het vacuüm opvullen, zijn uiteindelijk hol; ze verrijken geen ervaring. En de maatschappij die op het losse zand van die cultuur bouwt is er een die gedoemd is te desintegreren. Fight club. De Engelsen hebben het woord ‘vicarious’, plaatsvervangend is misschien de beste vertaling. Vicarious living.
Er is een schier oneindige lijst aan verhalen die vanuit het rationele perspectief van de harde feitelijkheid gepresenteerd wordt omdat dat verklaringsmodel het dominante narratief is. Maar een hoop van die verhalen zijn scheppend narratief, geen beschrijving van de feitelijkheid, waarover we geen discussie hoeven te hebben. Het gros van de ‘zachte’ wetenschap. Economie bijvoorbeeld. De studie van de menselijke productie en distributie dicteert haar meer dan dat zij haar beschrijft. Het verhaal dat een getal op een bankcomputer de eerlijke rechter is van wie verhongert en wie geen zorgen zal hebben. Het verhaal dat de aarde de onze is om te plunderen voor ons gerief. Echter, als klimaatverandering ons iets vertelt, is het dat dit laatste narratief de grenzen van de harde feitelijkheid overschrijdt. En dat er weldra een klap zal volgen om ons terug op onze plaats te zetten. De regels van de feitelijkheid kunnen gebogen, maar niet gebroken worden. Dat is de andere kant van de medaille.
De wetenschap heeft een benadering gevonden van het aantal gedachten dat wij op een dag of in een minuut hebben. Daarmee is er een beperkt veld waarbinnen narratieven kunnen floreren. De moderne impasse hangt aan elkaar van verhalen die verworpen worden door zowel de ratio als de emotie. Ze ontlenen hun kracht aan het brute mediageweld waarmee ze geprojecteerd worden op de collectieve gedachten. Vaak omdat deze of gene beter wordt van een algemeen heersend geloof, en daarvoor kan betalen. Van de algemeen begrepen verheerlijking van de nieuwste auto, smartphone, etc., tot de kwaadaardige andere mensen met wiens narratief we niet spreken, maar waarvoor onze leiders ons zullen behoeden. En de subtielere dooddoeners, doofpotten, taboes, bespottingen, aandachttrekkerij, hier zijn arsenalen opgebouwd. Zoals al het andere dat omkaderd kan worden, zal men ook strijden voor dominantie over dit narratieve veld. Het cruciale ingrediënt voor dergelijke manipulatie is een gecentraliseerd, gecontroleerd communicatiekanaal. Om de ‘Godwin’ te maken: meer dan wat dan ook, was het de controle over de massamedia die de nazi’s in staat stelden Duitsland te smeden tot de horrormachine die het werd.
We sluiten weer ‘mindere’ volkeren op in kampen en deporteren ze, hoewel ze nu illegalen heten. De staat dient weer de corporate elite, hoewel het nu de vrije markt heet. We bezetten weer verre landen, hoewel het nu defensie heet. De verhalen waarmee men dit in stand houdt zijn slechts te verkopen bij dominantie over het narratief in de media en de cultuur. De Kelten hadden hun wijsheid, hier de barden te laten heersen, op gronde van esthetische bevrediging. Hier heeft het internet een bevrijdende rol te spelen. Een gedecentraliseerd netwerk, gecentraliseerd als het geraakt is door de facebooks en googles van deze wereld, behoudt in principe de potentie om hier een veelvoud aan verhalen te propageren, en doet dit ook. Deze verhalen maken het dominante narratief relatief, en tussen de relatieven komen we dichter bij de feitelijkheid, juist omdat niemand de feitelijkheid in pacht heeft. Met iedere stap dichter bij de feitelijkheid, scheppen we ruimte voor nieuw narratief om op te springen. Een Piratenpartij kan hier de inmenging van het geweldsmonopolie blokkeren of op zijn minst vertragen.
Waarmee we die verhalen zouden vervangen, daar heeft het internet ook een rol te spelen. De ontketende storm van informatie brandt alles weg wat ons niet kan bekoren, wat hol voelt: het veelvoud aan narratieven heft op wat niet te proeven, voelen en te beleven valt. Met die hand brengt het onleefbaar nihilisme. Met de andere hand brengt het alle perspectieven en narratieven waartussen we het wezen kunnen vinden waarbij we ons thuis voelen. Een eindeloze diversiteit aan internetgemeenschappen vertelt ons zoveel. En niks van waarde gaat verloren. In hoeverre zijn we nog gebonden aan de harde werkelijkheid? Er is meer in onze realiteit. Misschien hebben we juist een open speelveld geërfd. Geef mij een handvol middelen en mensen en ik geef je vroeg of laat het equivalent van Thors strijdwagen, met hamer, geheel functioneel. Is het geen tijd om de verhalen die we zouden willen schrijven, te leven? Meer dan enige generatie vóór ons is de wereld, de realiteit zelf, een canvas waarop we ons kunnen uiten, als we de macht van het narratief grijpen.
Harold van Garderen zegt
Er is een beroemde wetenschapper geweest die zei:
Surely story is not the stuff of science. I’m not so sure. Story is the natural way we autonomous agents talk about our raw getting on with it, mucking through, making a living. If story is not the stuff of science yet is about how we get on with making our ever-changing livings, then science, not story, must change.
Het leuke is dat een deel van de wetenschap allang aan het veranderen is. Er is zelfs een op narratieven gebaseerde managementoolkit met de naam PNI: Participative Narrative Inquiry. Daarmee kun je van de “rijke chaos” van het internet o.a. ook actionable inzicht maken en betere beslissingen nemen. Mits je een handvol mensen hebt 🙂 Dat moet geen probleem zijn toch?
Het equivalent van Thors strijdwagen bestaat dus al.