door Rick Falkvinge
George Orwell had op veel manieren akelig gelijk, maar een van zijn punten die vaak over het hoofd gezien worden is juist heel belangrijk. De taal die we gebruiken, bepaalt onze werkelijkheid en welke problemen we waarnemen, communiceren en oplossen. Van diefstal van ‘intellectueel eigendom’ tot het delen van cultuur en kennis, het is een woordenstrijd.
Onze samenleving lijkt steeds meer vormgegeven te worden door het boek “1984” van George Orwell, met een snufje Aldous Huxleys Brave New World erbij. Een leidend thema in Nineteen Eighty-Four is het begrip Newspeak – de taal Newspeak speelt dan wel geen hoofdrol in het boek, maar de hele verhaallijn is ervan doordrongen.
Het concept van Newspeak is eenvoudig. Door het uit de taal verwijderen van uitdrukkingen die nodig zijn om vrij te kunnen denken en autoriteit uit te dagen, zullen de machthebbers het voor de bevolking onmogelijk maken om dit soort concepten te herkennen. Zo verzekeren de machthebbers zich van gehoorzaamheid.
In één passage van het boek melden vertalers die Oldspeak naar Newspeak vertalen, dat ze problemen hebben om de Declaration of Independence te vertalen naar Newspeak – er is gewoonweg geen manier om de inhoud daarvan in Newspeak uit te drukken. Orwell zegt hierover het volgende in een appendix: “Zo lang de taal woorden heeft voor opstand, vrijheid van geest, en dissidenten, zal die samenleving uiteindelijk iedere tiran afzetten.”
Dit is belangrijk, omdat onze woorden de samenleving waarin we leven definiëren. Die definitie van samenleving, op haar beurt, beslist welke problemen opgelost moeten worden en hoe. Wij zijn nerds en geeks, wij zijn geneigd om niet te moeilijk te doen over de finesses en nuances van communicatie, behalve wanneer we het gebruiken om iets technisch nauwkeurig te kunnen uitdrukken. Maar aan ieder woord is een bepaalde waarde gekoppeld. Sommige zijn negatief, andere zijn positief. Sommige hebben meerdere betekenissen. Sommige roepen gevoelens op van vreugde, andere van ongemak. Je hiervan bewust zijn wanneer je discussieert over vrijheid op internet en over cultuur vandaag de dag is van het allergrootste belang voor de discussie. De groep die de definities bepaalt, wint de strijd op de lange duur.
Het is geen toeval dat de misleidende term “Intellectueel Eigendom” tot in den treure door de copyright-industrie gebruikt wordt. Ze proberen om anderen het ook te laten gebruiken. Ze proberen hiermee het copyright-monopolie te definiëren, in termen van eigendom. Eigendom is een positief woord, en door die definitie wordt het schenden van die monopolies vanzelf diefstal (omdat het schenden van eigendomsrechten stelen is). Laat je nooit verleiden om ze te gebruiken. Nooit en te nimmer.
De manier waarop je je eigen denkkader over de wereld verspreid krijgt, is niet per se door het corrigeren van taalgebruik van anderen. Dat zou enkel onbeleefd overkomen. Liever passen we ons eigen taalgebruik consistent, volhardend en vasthoudend toe. We gebruiken onze eigen taal die de wereld van de internetgeneratie beschrijft zoals wij die zien, en op een manier die geen invloed aan de copyright-industrie afstaat.
Telkens wanneer je de woordkeuze uit het wereldbeeld van je tegenstander herhaalt, help je ze daarmee jou je rechten te ontnemen. Iedere keer dat je een van de woorden gebruikt die onze eigen visie op de wereld omschrijven, help je daarmee de internetgeneratie hun rechten te behouden. Mensen zullen je terminologie onderbewust kopiëren. Het is tof als ze dat doen, maar beter wijs je ze daar niet op. Dat zou, wederom, onbeleefd overkomen.
Hier is een aantal woorden waar je je bewust van moet zijn:
Copyright-industrie – gebruik dit consequent in plaats van muziekindustrie en/of filmindustrie. Het benadrukt hoe de vastgeroeste tussenpersonen eigenlijk monopolistische parasieten zijn die overbodig zijn in ons cultureel ecosysteem. Ze hebben het lobbyen geïndustrialiseerd voor hun monopolies en buiten dat volledig uit, en de term blijft goed hangen.
Het benadrukt de grote hoeveel geld die aan de strijkstok blijft hangen en hoe film en muziek produceren nog maar een klein deel van hun verdienmodel is. -Redactie- In Nederland gebruikt de copyright-industrie meestal het woord “artiesten” als ze het over zichzelf hebben.-
Het delen van kennis en cultuur – gebruik dit in plaats van “file-sharing”. De term filesharing is te technisch, en dekt daarbij ook niet het nut van zulke acties. Daarbij, “delen van kennis en cultuur” klinkt fundamenteel positief voor iedereen die het hoort – en het is technisch volledig juist. Mensen die kennis en cultuur delen zouden nooit gestrafd moeten worden; integendeel, zij verdienen een beloning.
Copyright-monopolie – gebruik nooit het woord “copyright” op zichzelf. Als je dat doet, bevestig je daarmee dat het een recht is, zoals het recht op vrijheid van meningsuiting. In werkelijkheid is het een monopolie. Hoewel het een beetje klungelige term is, is het een die noodzakelijk is om uit te dragen dat het copyright-monopolie precies dat is, niets meer of minder dan een alleenrecht. Gebruik taal om het concept te verbinden aan iets waar mensen het van nature nog niet op die manier gezien hadden.
Patent-monopolie – Daar geldt hetzelfde voor.
Industrieel Protectionisme – gebruik de term IP nooit op zo’n manier dat het overkomt als een vorm van eigendom. Dat werkt averechts. Als je het niet kan vermijden om de term IP te gebruiken (iets wat je ten alle tijden zou moeten doen, aangezien het totaal ongerelateerde wetten op een hoopje gooit), let er dan op dat je het schrijft als “Industrieel Protectionisme”. Het is wat het is, en de waarde van het woord protectionisme is snijdend negatief.
Kopieën vervaardigen – probeer het woord “downloaden” van een kopie te vermijden. Dat impliceert dat je iets “neemt” en leidt tot de verkeerde denkrichting. Wat mensen doen is het vervaardigen van een kopie met hun eigen grondstoffen; het toont precies hoe het copyrightmonopolie probeert een legitieme activiteit te beperken. Zeg liever “wanneer mensen hun eigen kopieën maken van kennis en cultuur”, als je het proces van ‘kennis en cultuur delen” niet kunt belichten.
Digitale Restrictie Mechanismen – DRM. Behoeft geen commentaar. Lees het voluit als Digitale Restrictie Mechanismen. (Er zijn mensen die “Management” voor de M hebben gebruikt. Dat is een positief woord dat de negatieve “Restrictie” of beperking verwatert; ik geef daarom de voorkeur aan de term digitale restrictiemechanismen).
Er zijn veel meer voorbeelden; dit is slechts een aanzet. Vergeet niet dat de groep die de taal wint de definitie wint. Neem de tijd om de details te beoordelen van hoe taal het probleem dat we bespreken definieert en vorm geeft.
Over de auteur: Rick Falkvinge is oprichter van de eerste Piratenpartij, in Zweden. Zijn weblog op falkvinge.net richt zich op informatiebeleid.
Naar: Language Matters: Framing The Copyright Monopoly So We Can Keep Our Liberties op TorrentFreak
frank87 zegt
IE – Innovatie Exclusiviteit?
't Schrijverke zegt
Auteursrecht: het recht van de AUTEUR. Dat dit recht overdraagbaar zou kunnen zijn is te krankzinnig voor woorden. Als dit “recht” naar een uitgever kan worden overgedragen, heeft die uitgever het werk dan opeens geschreven? Wordt die uitgever dan financieel aangemoedigd nog meer werken te maken?