Sinds 2004, toen ik mijn lidmaatschap van Groen Links na 25 jaar opzegde, was ik partijloos. Er was eigenlijk geen partij meer die me kon bekoren omdat het streven naar echte vrijheid bij alle partijen steeds meer was vervangen door een supergeloof in de overheid als degene die problemen maar moest oplossen.
En ineens vond ik een partij met sprankelnieuwe ideeën. Een partij die twijfelde aan de representatieve democratie en zelfs met een oplossing kwam: Liquid Democracy. Een partij met een internationale achtergrond die zich niet tussen oogkleppen opsloot en niet alleen naar het Nederlandse wereldje keek. Een partij die IT en internet zag als belangrijke mogelijkheden om een 200-jarige, onderhand demente vorm van democratie te hervormen. Een partij die zeer kritisch was op Europa zonder meteen het kind met het badwater weg te willen gooien, zoals zoveel Eurosceptische partijen dat willen. En een partij met een jeugdig elan die 'out of the box' kon denken.
In de strijd tegen de anti-rokenlobby heb ik al vaker met de EU te maken gehad en dat was allesbehalve een prettige ervaring. Zo torpedeerde de Europarlementvoorzitter een conferentie die we hadden georganiseerd in de gebouwen van het Europarlement, nadat een anti-roken NGO, die goede vriendjes was met de Europese Commissie, hun in een brief meedeelde dat wij niets anders waren dan een vermomming van de tabaksindustrie (wat beslist niet waar was). Voor mij was dat een duidelijk voorbeeld van het ondemocratische karakter van de EU die voornamelijk wordt aangestuurd door allerhande belangengroepen maar duidelijk niet door burgers.
Deze ervaring is één van de grote drijfveren om in Brussel te gaan vechten voor een democratischer Europa, een Europa van de burger en niet van de belangen van de al dan niet vermomde lobby's van de grote industrieën. Een Europa waarin de macht niet meer bij een kleine elite in de Europese Commissie berust maar bij het democratisch gekozen Europarlement. Maar ook een Europa dat consultaties van de burger (zoals het EU-referendum) serieus neemt en niet de individuele belangen van de ego's in de EC najaagt.
Ik ben een grote aanhanger van het subsidiariteitsbeginsel, waarbij politieke macht zo dicht mogelijk bij de burger komt te liggen. Europa hoort in dat principe zich alleen te bemoeien met de beleidsterreinen waarin zij een positieve rol kan vervullen voor de bevolking van de EU-landen en hoort zich niet met elk beleidsterrein te bemoeien. Ik ben dan ook tegen een Europese politieke unie.
Ik ben er vast van overtuigd dat de Piratenpartij de verroeste politiek op zijn kop kan zetten door haar verfrissende kijk op politieke vraagstukken. En ik wil daar heel graag aan meewerken!