De Piratenpartij is een groot voorvechter van het evidence based policies beginsel: beleid dient gebaseerd te zijn op geverifieerde, objectieve wetenschappelijke informatie. De toepassing van evidence based policies moet in de politiek een tegenwicht bieden tegen tijdelijke hypes en tegen de invloed van externe lobby’s bij het tot stand brengen van politieke beslissingen.
Toepassing van dat principe lijkt simpel, maar helaas zijn er heel wat haken en ogen aan dit uitgangspunt verbonden. De onafhankelijkheid van gepubliceerd onderzoek is niet altijd gegarandeerd. Vaak spelen zakelijke, persoonlijke en politieke invloeden een grote rol.
Richard Horton, de hoofdredacteur van het gerenommeerde medisch wetenschappelijke tijdschrift The Lancet, schreef over die betrouwbaarheid van wetenschappelijk onderzoek [pdf] recentelijk:
“The case against science is straightforward: much of the scientific literature, perhaps half, may simply be untrue. Afflicted by studies with small sample sizes, tiny effects, invalid exploratory analyses, and flagrant conflicts of interest, together with an obsession for pursuing fashionable trends of dubious importance, science has taken a turn towards darkness.“
Verificatie van onderzoek
Onderzoek moet verifieerbaar zijn: één enkel onderzoek is vaak, zeker in sommige takken van de wetenschappelijke sport, niet afdoende. Onderzoeksresultaten van een enkel onderzoek moeten reproduceerbaar zijn in andere publicaties over hetzelfde onderwerp die onafhankelijk van het eerdere onderzoek uitgevoerd zijn. Pas als meerdere onderzoeken een gelijk resultaat hebben, kan enigszins op dat onderzoek gebouwd worden (reproduceerbaar).
Heel vaak is dat niet het geval: onderzoeken kunnen elkaar tegenspreken. Het wordt dan veel moeilijker om conclusies te trekken. Soms kan dat opgevangen worden door de kracht van de bewijsvoering van individuele onderzoeken over een bepaald onderwerp mee te laten wegen. De populatiegrootte en de spreidingsmaten van onderzoeken kunnen dan bijvoorbeeld de doorslag geven voor een duidelijke uitspraak over een bepaalde vraagstelling. In sommige gevallen kunnen ook meta-analyses uitsluitsel geven, maar dan moeten de daar in opgenomen onderzoeken qua vraagstelling en data voldoen aan een zekere uniformiteit, anders vergelijk je appels met peren.
Kwaliteit van onderzoek
Alleen in onderzoek op exact gebied (natuurwetenschappen) zijn 100% nauwkeurige metingen mogelijk. Maar zelfs daar wordt de kwaliteit van onderzoeksresultaten bepaald door de stand van de techniek, de verkrijgbaarheid, nauwkeurigheid en meetbaarheid van de gebruikte data en externe belangen.
In de zachte sector (sociale wetenschappen maar ook economie) is dat probleem nog groter. Hier spelen de grootte en kwaliteit van de onderzoekspopulatie een veel grotere rol, wat de interpretatie van de resultaten een stuk moeilijker maakt. Ook het onderwerp van onderzoek speelt een rol, omdat daarin het gevaar loert van sociaal wenselijke antwoorden en externe beïnvloeding.
Objectiviteit van onderzoek
Bij het gebruik van onderzoek voor het maken van politieke beslissingen is het uiterst belangrijk een objectiviteitscheck te doen. Niet zelden wordt onderzoek gebruikt in politieke lobby’s om ondersteuning voor een standpunt te onderbouwen. In die lobby’s zullen vaak selectief onderzoeken worden geciteerd die overeenkomen met het standpunt van de lobbyist. Niet zelden zijn die onderzoeken betaald of uitgevoerd door de lobbyist zelf of door de sector waarin de lobbyist werkzaam is. Als er ook een tegengestelde lobby actief is, kunnen de aangeleverde onderzoeken tegen elkaar afgewogen worden en kunnen deel gaan uitmaken van de besluitvorming. Als die tegengestelde lobby niet actief is, moet er extra opgelet worden, en eventueel een door de overheid geïnitieerd eigen, objectief onderzoek worden gestart, alvorens tot besluitvorming te komen.
Invloeden
Onderzoekers kunnen beïnvloed worden door vele belangen tijdens de uitvoering van onderzoek. Die invloeden kunnen de uitslag van een onderzoek in een bepaalde richting sturen.
Allereerst is er het eigen, persoonlijke belang. Een wetenschapper wil werk houden; dat betekent fondsen werven en onderzoeksresultaten publiceren. Daarnaast wil hij ook graag een status in zijn wetenschappelijke werkgebied verwerven om uitnodigingen te krijgen voor (betaalde) lezingen tijdens congressen en om uitgenodigd te worden door de media. Wetenschappers zullen daarom bang zijn om onderzoeksresultaten op te leveren die negatief werken op de kans om een hogere status te bereiken, en niet gauw resultaten publiceren die tegen de gangbare opvattingen binnen hun werkgebied ingaan.
In de tweede plaats zal de opdrachtgever voor een onderzoek graag bepaalde resultaten zien. Hoewel vaak in een opdracht wordt opgenomen dat de opdrachtgever geen invloed op het onderzoek zal uitoefenen, zal een onderzoeker beseffen dat, als hij niet met een voor de opdrachtgever positieve uitkomst komt, hij de kans op een nieuwe opdracht van die opdrachtgever in de toekomst wel verkleint. Ook is dan de kans dat de resultaten worden gepubliceerd een stuk lager.
Door de selectie van de te gebruiken data, het wel of niet meenemen van bepaalde controlerende co-factoren, en de keuze van zijn statistische technieken, kan hij sturing geven aan de uitslag van zijn onderzoeksvraag. Dit mechanisme speelt trouwens ook bij politieke opdrachtgevers.
Open Science
Om de verifieerbaarheid, kwaliteit en objectiviteit van onderzoek te verbeteren – en daardoor de kwaliteit van de daarop gebaseerde politieke besluiten – is transparantie rond uitgevoerd onderzoek hoogst belangrijk: door het publiceren van alle relevante informatie rond een uitgevoerd onderzoek (gebruikte data, onderzoekstechniek, conflicterende belangen van de onderzoekers) voor iedereen toegankelijk te maken, kan onderzoek geverifieerd worden, en eventuele belangen die het resultaat beïnvloed hebben worden ingeschat.
Rol van de media
Iedereen die wel eens persberichten heeft geschreven weet, dat de kans dat je punt wordt overgenomen in de media aanzienlijk wordt vergroot, als je persbericht letterlijk in een artikel kan worden gekopieerd. Ook persberichten rond gepubliceerd onderzoek worden zo opgesteld. Vanwege dit automatisme is er geen controle meer op de kwaliteit en betrouwbaarheid van de berichtgeving rond de uitkomsten van onderzoek. En politici lezen alleen de persberichten, maar voeren die controle ook niet zelf uit. Helaas wordt nog veel besluitvorming in de politiek door dit soort berichtgeving bepaald, en hebben lobby’s daardoor via de media veel invloed op die besluitvorming.
Het uitgangspunt van Evidence based policies kan, mits verantwoord gebruikt, de kwaliteit van de politieke besluitvorming enorm verbeteren.
Jasper zegt
Corporate Europe Observatory heeft wel eens een verhaal gehad over lobbies die beide kanten spelen. Het is een mogenlijkheid.
Als je het baseerd op een onderzoek kan het wel moeilijker uit te leggen zijn. “Ja vanwege dit onderzoek”.(lees maar 100 paginas en zoek dan uit of dat ook goed is) Het is wel vaak makkelijker om een bepaald principe aan te halen.
Niet zeker of het hier hoort, maar als je “failure modes” or een model hebt, kan je omgekeerd denken, hoe limieteer/verbeter je dat. Alhoewel soms wel een beetje holistische aanpak beter is. Hier probeer ik dat(ietwat oppervlakkig) met propaganda model effecten. https://www.reddit.com/r/media_criticism/comments/4qtcwt/jeremy_corbyn_labour_developing_plan_to_break_up/d4whuyy het propaganda model, de claims tenminste, zijn makkelijk te begrijpen, en bewijs voor het model zijn sort-of bewijs”stukken” dat maatregelingen die negatieve aspecten van het mechanisme tegenzitten goed zijn. (alhoewel er duidelijk meer te doen is..)
Lobbyen heeft ook mechanismen om op te roepen.. Revolving door-in; uit de industrie komen met ideen, revolve-out, een cushy baan na de industry. Ingewikkelde/saaie zaken waar goed betaalde mensen meer naar kijken, dan “normale” mensen of journalisten. Gelijksoortige socioeconomische achtergronden. Heb ze zeker niet allemaal te pakken. Het kan evidence-based zijn, en aangezien het rond een aantal modellen gaat is het overzichtelijker. Alhoewel ik niet weet hoe je precies de impact van een inschat. Tot een niveau bestaan tegenmaatregelingen al. Neig echter te denken dat het niet een voldoende niveau is.
maarten van den oever zegt
Dit is werkelijk de wereld van het wetenschapstheoretisch denken op zijn kop. In de eerste plaats is het puur positivistisch denken , dat inhoudt dat de waarheid werkelijk positief, d.i. in werkelijkheid gesteld, kan worden neergelegd, al lang en breed volkomen achterhaald. Standpunten van Popper en zeker Carnap dat wetenschappen erin slagen een onbetwijfelbare waarheid neer te leggen kloppen niet, maar daar gaat onze Wiel wel het beleid op willen baseren.
In de tweede plaats is er de discussie gecentreerd rondom wijlen hooglerarr politieke wetenschappen Jos de beus , die meende zijn pvda vanuit wetenschappelijk perspectief de weg te moeten wijzen en daarbij smadelijk de aftocht moeest blazen. Want politiek gaat niet over waarheid maar over keuzes en waarden, en is geen wetenschap en heeft daar ook niets mee te maken.
Maar andersom bezien is er wel wat aan de hand: wetenschap moet politiek verantwoordelijk zijn, d.w.z. haar weten en kennen bijdragen aan het politieke debat om te voorkomen dat dat voorbij gaat aan wat we wel weten. Neutrale wetenschap is een fictie, wetenschap is evengoed zelf een keuze.