[[{“type”:”media”,”view_mode”:”media_original”,”fid”:”816″,”attributes”:{“alt”:”OER Logo (by Jonathasmello (Own work) [CC-BY-3.0])”,”class”:”media-image”,”style”:”width: 220px; height: 146px; margin: 3px; float: left;”}}]]Deze week is de ‘Open Education Week’, georganiseerd door het Open Courseware Consortium. Deze organisatie is vooral bekend van het MIT Open Courseware project, waarin het Amerikaanse MIT universitaire lesmaterialen en video’s gratis en open deelt. Ook andere universiteiten, zoals de Universiteit Delft, maken deel uit van dit consortium. Tijdens de Open Education Week vinden wereldwijd allerlei initiatieven plaats om vrije leermiddelen te promoten. In dit artikel wordt uitgelegd waarom vrije leermiddelen belangrijk zijn.
Laten we beginnen met de situatie in Nederland te schetsen. Voor het lager en met name het middelbaar onderwijs geeft het ministerie van OCW het algehele Nederlandse curriculum vorm. De minister bepaalt de inhoud van het curriculum door met name eindexameneisen te formuleren per schoolvak. Een curriculumvernieuwing is een jarenlang proces, waarbij docenten, academische onderzoekers en vaak ook het bedrijfsleven worden betrokken.
Het curriculum is echter vooral bedoeld om leerlingen een ‘basaal’ kennisniveau te geven. In Nederland genieten scholen een zeer grote keuzevrijheid. Ze mogen zelf bepalen op welke manier ze het curriculum onderwijzen, maar ook of en in welke mate ze onderwerpen buiten het curriculum behandelen. Als gevolg hiervan is er een grote verscheidenheid aan onderwijsfilosofieën. Naast het ‘klassieke’ onderwijs zijn er bijvoorbeeld Dalton-scholen, Jenaplan-scholen en vrijescholen.
Terwijl traditionele scholen vaak vaste methodes aanhouden, worden docenten bij vernieuwende scholen vaak gestimuleerd om eigen lesmateriaal te ontwikkelen. Docenten weten vaak heel goed welke lesstof lastig is voor leerlingen, en kunnen ook elk jaar hun eigen lesmateriaal updaten. Het is een prima idee om docenten hun eigen lesmateriaal te laten maken, wanneer zij daar tijd in willen steken. Helaas was het in het verleden zo dat dergelijk lesmateriaal nooit buiten ‘die ene school’ kwam.
Als minister van onderwijs heeft Plasterk het project Wikiwijs leven ingeblazen. Wikiwijs is een website waar docenten en anderen gratis en vrij lesmateriaal kunnen delen, voor alle onderwijsniveau’s. Al het zelfgemaakte materiaal heeft een Creative Commons licentie. Ook is het mogelijk om bestaande (online) lesmiddelen te ‘arrangeren’, wat inhoudt dat je bestaande losstaande lesmiddelen koppelt en er een overkoepelende instructie bijschrijft. Met andere woorden, bestaand materiaal wordt geremixt. De kwaliteitscontrole gebeurt ook via de wiki-filosofie. Gebruikers kunnen materialen beoordelen en er zelfs een eigen ‘keurmerk’ bij plaatsen.
Wikiwijs geeft docenten en lesontwikkelaars de mogelijkheid om materiaal uit te wisselen, van elkaar te leren, en inspiratie op te doen voor verdere verbeteringen. Lesmateriaal hoeft niet meer afzonderlijk door kleine groepjes mensen gemaakt te worden, maar alle Nederlandse onderwijzers kunnen hun ideeën in de mix gooien. Het digitaal lesmateriaal op Wikiwijs is geheel gratis, wat wel anders is bij het materiaal van grote uitgevers (ik ken tenminste een uitgever van lesmateriaal die scholen naast de kosten van boeken een licentie per leerling laat betalen voor toegang tot aanvullend digitaal materiaal). Uiteraard kunnen ook mensen die hun kinderen thuisonderwijs geven de materialen vrij gebruiken en nieuwe materialen delen. De Piratenpartij kan verdere uitbreiding van Wikiwijs-achtige projecten dan ook alleen maar toejuichen.
Internationaal
In Nederland zijn vrije leermiddelen al erg nuttig en ook kostenbesparend voor scholen, leerlingen en studenten. Op internationaal niveau is het nut alleen maar groter. ‘Open Educational Resources’ (OER), zoals ze internationaal bekend staan, worden onder andere door de VN-organisatie UNESCO gepromoot.
Het is voor scholen in derdewereldlanden maar ook voor scholen in armere westerse landen vaak lastig om aan goed lesmateriaal te komen. Lokaal ontwikkeld lesmateriaal is mogelijk verouderd. Het type lesboeken dat vaak aan universiteiten wordt gebruikt is al prijzig voor Nederlandse studenten, laat staan dat daar geld voor is in derdewereldlanden. Verschillen in copyright-wetten tussen de landen kunnen er soms zelfs voor zorgen dat materialen in bepaalde landen helemaal niet verkocht mogen worden, of dat digitaal aanvullend materiaal niet beschikbaar is.
OER, materiaal dat uitgegeven wordt met een Creative Commons of nog vrijere licentie is zonder problemen over de gehele wereld gratis te gebruiken, en kan ook gemakkelijk vertaald worden. Zonder degelijk onderwijs zullen derdewereldlanden nooit hun slechte economische positie kunnen ontgroeien, en zonder OER is in die landen degelijk onderwijs vrijwel onmogelijk. Vrije leermiddelen zijn simpelweg nodig voor een betere toekomst.
Zelf bijdragen
Als je zelf het gebruik van vrije leermiddelen wil steunen, zijn dit een paar ideeën om je op weg te helpen:
– Als student of leerling, praat eens met je docenten of schoolleiding over het gebruik van open materiaal. Schrijf een stukje voor de schoolkrant of universiteitskrant.
– Als ouder kun je natuurlijk ook in gesprek gaan met de school van je kind. Als je kind op het punt staat een school te kiezen, vraag dan eens rond of er scholen zijn die het gebruik van vrije lesmaterialen stimuleren.
– Als je veel weet over een bepaald onderwerp, kijk eens op internet of er al een goed toegankelijke uitleg over bestaat. Maak een bronnenlijst, zet die online voor anderen, of begin zelf een blog of Youtube-kanaal waarin je zaken op een leuke en interessante manier uitlegt.
Voorbeelden op internet van gratis educatie
Op internet zijn meerdere organisaties te vinden die gratis onderwijs aanbieden, enkele voorbeelden zijn:
Krieties zegt
Het zou mooi zijn als sportbonden en -organisaties hetzelfde zouden doen in het kader van lichamelijke opvoeding. Indien dit mogelijk is natuurlijk, wat afhangt van de aard van de sport. Deze organisatie bijvoorbeeld heeft al een dergelijk systeem:
http://www.kravmaga.nl/nl/
In het kader van lichamelijke opvoeding ben ik er groot voorstander van dat kinderen binnen en/of buiten de school (elementen van) krav maga aangeleerd krijgen. Niet alleen hun fysieke weerbaarheid vaart er wel bij, ze leren ook zaken als respect en eerbied voor de fysieke integriteit van de ander (dit laatste eventueel in combinatie met lessen in leefstijl en maatschappijleer).
Omdat krav maga een simpel en doeltreffend systeem is kunnen de eenvoudige technieken worden aangeleerd door het te zien, hetzelfde zou bijvoorbeeld gedaan kunnen worden met hardlopen, touwklimmen en zwemmen.
Sharon zegt
Prof. Dr. Bob Zietse (geneeskunde) zet uitleg van zijn colleges op youtube. Bijvoorbeeld: http://youtu.be/DbenbccQQTU