In zijn opiniestuk 'Snowden is een schurk die in de gevangenis thuishoort' ontpopt oud-journalist Groenhuijsen zich als tegenstander van elk toezicht op de veiligheidsdiensten. Groenhuijsen concludeert op voorhand dat de NSA niets onwettigs deed en besteedt de rest van het stuk aan een aanval op onderzoeksjournalist Brenno de Winter, zonder serieus in te gaan op diens argumenten. Een reactie.
Charles Groenhuijsen lijkt in de veronderstelling te verkeren dat werken bij de inlichtingendiensten slechts mogelijk is zonder functionerend geweten. Naar zijn mening heeft een ondergeschikte niets anders te doen dan gehoorzaam bevelen op te volgen, zelfs als deze tegen de wet ingaan. Het verleden heeft herhaaldelijk laten zien hoe gevaarlijk de mentaliteit is die hij hier uitdraagt.
Het staat vrijwel vast dat Snowden de wet heeft overtreden door het lekken van vertrouwelijke documenten naar de Guardian en de Washington Post. Maar voordat Snowden als schurk de gevangenis in verdwijnt, moet eerst grondig worden onderzocht of hij met zijn onthullingen niet veel grotere misstanden aan het licht heeft gebracht.
In zijn ijver om de NSA te verdedigen, ziet Groenhuijsen over het hoofd dat congreslid Sensenbrenner, één van de auteurs van de Patriot Act, bijzonder verontrust is door de zijns inziens veel te ruime interpretatie van de wet die aan de afluisterschandalen ten grondslag ligt.
Sensenbrenner heeft trouwens ook grote kritiek op de Foreign Intelligence Surveillance Act die samen met de Patriot Act de wettelijke basis zou vormen voor het PRISM programma. Volgens de republikein is het grote probleem dat FISA slechts onder toezicht staat van een geheime rechtbank die geheime beslissingen neemt. Als gevolg van deze geheimhouding is het ook onmogelijk om in beroep te gaan tegen een beslissing van het FISA-hof. De afgelopen 33 jaar heeft deze rechtbank slechts 11 van de 34.000 verzoeken van de inlichtingendiensten afgewezen.
Charles Groenhuijsen is bereid om alles op te geven als hij maar beschermd wordt tegen de 'terroristische rotzakken'. Het is veelzeggend dat Groenhuijsen, evenmin als de NSA overigens, ook maar één concreet voorbeeld weet te noemen van een aanslag die werd verijdeld met behulp van het PRISM programma. De enige kandidaat, de aanhouding van Najibullah Zazi, is vrijwel meteen ontkracht in de media. Zazi werd namelijk gevonden en opgepakt met behulp van ouderwets inlichtingenwerk.
Dat PRISM niet het gehoopte effect heeft moge verder blijken uit cijfers van CNN. Sinds 2001 zijn er in de VS tweeënveertig terroristische complotten aan het licht gekomen. Van negen plannen kon PRISM de aanslag niet verhinderen en bij de complotten die wel boven water kwamen speelde PRISM geen enkele rol.
De overtuiging van Groenhuijsen dat een publiek debat de slagkracht van de inlichtingendiensten zou doen verminderen is ronduit lachwekkend. Het is buitengewoon naïef om te veronderstellen dat echte terroristen verrast zijn door de gelekte informatie. Deze documenten zijn slechts nieuw voor de 99.9% van de afgeluisterden die géén banden hebben met terroristische organisaties. Ook is de informatie nieuw voor het overgrote deel van de volksvertegenwoordigers die toezicht horen te houden op het overheidsapparaat.
Dat zelfs deze volksvertegenwoordigers geschokt en verbaasd zijn is een teken dat de NSA is verworden tot een organisatie de zich aan vrijwel alle democratische controle onttrekt. Eén van de door Snowden gelekte documenten leverde onomstotelijk bewijs dat de NSA tot in detail op de hoogte is van het aantal afgeluisterde burgers. Dit is rechtstreeks in tegenspraak met de antwoorden die de NSA daarover gaf op vragen van senatoren en congresleden.
Het naïeve geloof in de betrouwbaarheid van de afluisterende overheid lijkt ongetemperd door de recente afluisterschandalen rond de journalisten van Fox en AP, het IRS schandaal of de Nederlandse ophef rond de massale en gebrekkig gedocumenteerde CIOT-bevragingen door onze politie.
Oud-journalist Groenhuijsen gaat nergens serieus in op de argumenten van de onderzoeksjournalist de Winter. Met goedkope retorische trucs probeert Groenhuijsen de daadwerkelijke kwestie te omzeilen en de argumenten van de Winter belachelijk te maken.
Hij tracht de zaak te versimpelen tot een enkele ondoordachte tweet of Facebook-update en gaat bewust voorbij aan het feit dat het hier gaat over gigantische datacenters, gevuld met gegevens waarvan de bevolking terecht vindt dat deze privé horen te zijn. De inhoud van telefoongesprekken, emailverkeer en privéchats wordt opgeslagen, niet slechts een verdwaalde tweet. Overigens geeft het feit dat sommige informatie bewust gedeeld wordt op social media aan geen enkele overheid het recht om daarmee het monitoren van alle communicatie van de gehele bevolking goed te praten.
Groenhuijsen mist vervolgens volledig de kern van de Stasi-vergelijking. In de VS zou je zijn houding 'obtuse' kunnen noemen, in Nederland ontbreekt het juiste woord. Opzettelijk dom komt het dichtst in de buurt. Uiteraard had de Stasi niet het internet als modus operandi, maar zowel de NSA als de Stasi hebben zich beziggehouden met het aanleggen van inlichtingendossiers over vrijwel de gehele burgerbevolking. De Stasi wist vrijwel alles van iedereen door een ongekend dicht netwerk van informanten; de NSA heeft haar informatiepositie verkregen door het gehele internet als informant in te zetten. Een van de gebruikte programma's heet niet voor niets Boundless Informant.
En natuurlijk herinneren wij ons Colin Powell. De man die zonder kritiek de twijfelachtige propaganda die hem van de geheime dienst was ingefluisterd als feiten presenteerde in zijn beruchte VN-speech uit 2003. Blijkbaar herinnert Groenhuijsen zich niet meer dat dit braaf napraten door Powell zelf inmiddels gezien wordt als de grootste smet op zijn carrière.
Hoewel het Stasi-voorbeeld van de Winter door Groenhuijsen werd afgedaan als makkelijk en extreem, gaat Groenhuijsen daar in de laatste alinea al Godwinnend nog eens zwaar overheen. Door NSA-critci te vergelijken met de pacifisten van het Gebroken Geweertje, stelt Groenhuijsen hen gelijk met de wegbereiders van het volgende fascistische regime.
Groenhuijsen probeert hier de verdedigers van burgerrechten aan de foute kant van de geschiedenis te plaatsen, zonder te beseffen dat hij hiermee voornamelijk zichzelf als serieuze discussiepartner diskwalificeert.
Jeroen zegt
Stuur maar in naar de Volkskrant. Nota bene een oud-journalist zou een beter besef van persvrijheid en klokkenluiden moeten hebben.
Dirk Poot zegt
Gedaan, maar ze konden blijkbaar niets met een reactie op een reactie op een opinie.
Niels zegt
Ik snap nog steeds niet hoe mensen zo blind kunnen zijn, “ignorance is bliss” waarschijnlijk.
RolandL zegt
Henry David Thoreau:
“If the machine of government is of such a nature that it requires you to be the agent of injustice to another, then, I say, break the law.”
Onder de mensen die dit advies opvolgden bevinden zich onder ander Mahatma Gandhi en dominee Martin Luther King, Jr. Snowden bevindt zich dus in goed gezelschap.