Opiniestuk van Nick Overweg
Een van de dingen die de leden van de Piratenpartij met elkaar verbinden is de Uppsalaverklaring ( 2007 ). In deze verklaring is het volgende stukje te vinden:
“EU and its member states should adhere to the highest standards of democracy. Therefore such principles as transparent government, speedy and fair trial and freedom of speech should always be respected.”
De Piratenpartij streeft ernaar om deel te nemen aan het bestuursproces van Nederland en de EU en de rest van de wereld. Als toekomstig onderdeel van dit proces is het niet meer dan logisch dat we ook zelf streven naar de hoogst mogelijke standaard van democratie en de daaruit voortkomende principes.
Democratie (het woord) stamt af van de Griekse woorden demos, “volk”, en krateo, “heersen”. Een letterlijke vertaling van democratie is dus volksheerschappij. Praktisch gezien betekent dit, dat je als bestuursvorm schaalt met de grootte van je bevolking. Het idee van democratie is dus uitermate schaalbaar. Deze schaalbaarheid maakt het interessant om grote en kleine vormen van democratie met elkaar te vergelijken, om zo te voorkomen dat dezelfde fouten nog eens gemaakt worden.
Democratische ontevredenheid
Een van de redenen dat de Piratenpartij in Nederland opgericht is, is omdat we ontevreden waren over de Nederlandse politiek. Uit de opkomstcijfers van Nederlandse verkiezingen kan opgemaakt worden, dat we niet de enige zijn. De Tweede Kamerverkiezing van 2012 had een van de laagste opkomsten van de afgelopen 40 jaar. De Provinciale Statenverkiezingen schommelen sinds 1991 rond een opkomstpercentage van 50%.
Er zijn verschillende redenen waarom deze opkomsten zo laag zijn. Hoewel de TK-verkiezingen niet schrikbarend lage percentages halen, is er wel een duidelijk dalende trend te zien. Deze trend wordt eigenlijk alleen door de komst van de LPF en de PVV (partijen die beiden vooral gezien werden als ’tegen’-partijen) onderbroken. Mensen voelen zich dus steeds minder vertegenwoordigd en/of hebben steeds minder vertrouwen in hun vertegenwoordiging. Hoewel dit logischerwijs ook opgaat voor de PS-verkiezingen, zijn er ook andere dingen gaande. Er is niet genoeg media-aandacht, het is voor velen onduidelijk wat de provincies nou precies doen en/of mensen zien het nut niet in van deze verkiezingen.
Nederlandse democratie als leerstof
Vanuit een democratisch oogpunt is het wenselijk om er voor te zorgen dat zo veel mogelijk mensen vertegenwoordigd zijn en dit ook voelen. In dat opzicht gaat er iets vreselijk mis in de Nederlandse democratie. Mensen stemmen steeds minder. Onze “democratie” wordt steeds minder door het volk gedragen en wordt dus stukje bij beetje ook minder democratisch. Als partij die streeft naar de hoogst mogelijke standaard van democratie, moeten we hier een les uit halen. Niet alleen om op termijn te kunnen werken aan verbetering van de Nederlandse democratie, maar ook om te voorkomen dat we binnen de partij dezelfde fouten maken.
Een les die uit het Nederlandse “voorbeeld” te halen valt, is dat er een verbondenheid moet zijn met die democratie. Die verbintenis komt natuurlijk niet uit de lucht vallen; daar moet voor gewerkt worden. Het volk moet zich vertegenwoordigd voelen. Zowel de vertegenwoordigers als de procedures moeten betrouwbaar zijn. Om dit te ondersteunen, moet er ook veel naar buiten toe gecommuniceerd worden. Het moet duidelijk zijn wat er allemaal gebeurt en wat het nut daarvan is.
Aantekeningen voor het praktijkexperiment “Nederlandse democratie”
Zorg dat er niet alleen vertegenwoordiging maar ook inspraak is. Geef bijvoorbeeld een duidelijke mogelijkheid om voorstellen in te zenden of om mee te werken aan producten die de wensen van een achterban moeten vertegenwoordigen. Mogelijkheden hiervoor zouden zo toegankelijk mogelijk gemaakt moeten worden. Vertegenwoordigers hebben de taak om zich actief bezig te houden met het bestuursproces; hun achterban heeft die taak niet.
Vertegenwoordigers moeten zich zo integer mogelijk opstellen. Dit betekent niet dat ze perfect moeten zijn, maar wel dat er gehandeld wordt met verantwoordelijkheidsgevoel. Om te garanderen dat dit gebeurt, moet er ook een procedure gemaakt worden die het handelen van de vertegenwoordiger inzichtelijk maakt. Bij voorkeur op een manier die geen beweegruimte geeft om dingen te kunnen verbergen.
Democratische processen zijn vaak ingewikkeld, saai en lastig te volgen. Bij de vertegenwoordigers ligt dan ook een taak om dit proces zo inzichtelijk mogelijk te maken en dit actief naar buiten te communiceren. Vertegenwoordigers moeten het proces zo democratisch mogelijk maken en daarbij uitgaan van minimale interesse bij burgers. Vertegenwoordigers hebben de taak om actief de achterban op te zoeken en ze de mogelijkheid te geven om deel te nemen aan het proces. Burgers houden zich tenslotte met hele andere dingen bezig en kan niet altijd van verwacht worden dat ze veel tijd en energie steken in deelname aan het democratische proces.
De leesbaarheid van juridische stukken is vaak dramatisch. Logisch natuurlijk, omdat het bedoeld is voor een doelgroep die veelal hoogopgeleid is en onderdeel is van een communicatief proces waarbij dubbelzinnigheid uit den boze is. Het probleem is alleen dat we leven in een samenleving waarin iedereen (ongeacht opleidingsniveau) beïnvloed wordt door deze documenten. Er ligt dan ook een taak bij de vertegenwoordigers om ervoor te zorgen dat juridische documenten leesbaar zijn voor iedereen die wij handelingsbekwaam achten. Want hoe kan men verwachten dat er daadwerkelijk door de gehele maatschappij geparticipeerd wordt, als slechts de helft het papierwerk dat erbij hoort kan lezen?
Een democratie die zowel lokaal als nationaal representatief wil zijn, zal al snel subsidiair werken. Dit betekent dat er meerdere bestuursorganen op verschillende niveaus ontstaan. Elk van deze niveaus moet een functie hebben en die functie duidelijk aan kunnen tonen. Zo zorg je ervoor dat er geen onnodige tussen-niveaus ontstaan en dat je elk niveau ook kunt verantwoorden. Het is zeer belangrijk dat dit actief gedaan wordt. Zodra opkomstpercentages onder de 50% vallen, is niet alleen de autoriteit van het orgaan in geding, maar kan men ook vragen stellen over de functionaliteit. Geen van beiden wordt dan door de bevolking gezien.
TL;DR: Laten we het goede voorbeeld geven. We weten dat er sterke persoonlijkheden in de partij zitten. Misschien is het tijd dat we daar mee om leren gaan, in plaats van dat we onze idealen, die tegelijkertijd idealen van democratie zijn, stukje bij beetje te grabbel gooien.