Tot de Tweede Kamerverkiezingen op 22 november a.s. publiceren we hier regelmatig onderdelen van ons concept-verkiezingsprogramma. Het definitieve programma zal worden vastgesteld op de Algemene Ledenvergadering in september.
Als je lid bent, krijg je een uitnodiging voor deze vergadering. Lid worden kan hier: https://piratenpartij.nl/word-lid-van-de-piratenpartij/
De Piratenpartij werkt in deze verkiezingen samen met De Groenen.
Voorstellen tot aanpassing/aanvulling/verbetering kunnen ingediend worden via de reactie-mogelijkheid op deze site. Deze voorstellen zullen vanwege de tijdsdruk niet allemaal verwerkt worden in het Tweede Kamerverkiezingsprogramma voor 22 november, maar voor de volgende verkiezingen zal er serieus naar worden gekeken.
Inleiding Onderwijs
Een hoogwaardige democratie heeft goed onderwijs nodig om goed geïnformeerde keuzes te kunnen maken. Goed onderwijs deelt materialen en respecteert de privacy. De Piratenpartij wil dat alle leerlingen en studenten tijdens hun schooltijd in aanraking komen met verschillende visies en aspecten van de maatschappij.
Onderwijs is een burgerrecht
Onderwijs is geen markt. Onderwijs – op alle niveaus – is een burgerrecht. Veel maatregelen die bedoeld zijn om de kosten te drukken, zoals aanbestedingen, blijken in de praktijk contraproductief te zijn. Bij concurreren om meer leerlingen en studenten, van basisschool tot universiteit, verliest de gemeenschap altijd. Met een opleiding beneden je niveau functioneer je niet optimaal in een informatiesamenleving. Iedereen die de kwaliteiten en de wil heeft, moet van elk onderwijsniveau kunnen doorstromen.
Een nieuwe basisbeurs is goed voor de maatschappij
Hoger onderwijs biedt de mogelijkheid tot opklimmen op de maatschappelijke ladder. Voor de middenklasse dreigt het er steeds slechter in plaats van beter op te worden. De studieschuldenlast verzwakt de financiële situatie van de gezinnen en deze zwakte is een van de belangrijkste mechanismen die de economische groei afremt. Hoger onderwijs is een groter goed dan alleen het individuele voordeel, zoals een beter salaris.100) De maatschappelijke voordelen omvatten onder andere een betere gezondheid, interessantere werkomgevingen, een grotere collectieve vaardigheid voor kritisch denken. Hoger onderwijs is een publieke dienst. Het geeft geen pas dat studenten die publieke voorzieningen financieren door het terugbetalen van persoonlijke leningen.
De Piratenpartij wil:
- meer investeren in hoger onderwijs;
- collegegeld afschaffen;
- een toereikende basisbeurs;
- het bindend studieadvies101) (BSA) afschaffen;
- onder het leenstelsel opgebouwde schulden compenseren.
Democratie heeft goed onderwijs nodig
Democratie vooronderstelt keuzes van goed geïnformeerde burgers: onafhankelijk onderzoek, een vrije pers en goed onderwijs. Docenten, van basisonderwijs tot universitair, zijn ook opvoeders. Goed onderwijs geeft niet alleen kennis door, maar ook al die andere zaken die nodig zijn om als een goed burger deel te kunnen nemen aan de democratie. Dat beperkt zich niet tot de lessen maatschappijleer en burgerschap of onder welk kopje dat weggestopt wordt.
Door continue overbelasting beperken leerkrachten zich tot het voorbereiden van de leerlingen op de volgende toets; aan de opvoedingstaak komen er veel niet toe. Een groot deel van de docenten, óók die met een deeltijdaanstelling, is voltijd met schoolwerk bezig en heeft nauwelijks tijd om daarnaast maatschappelijk actief te zijn. De Piratenpartij wil dat alle leerlingen en studenten tijdens hun schooltijd in aanraking komen met verschillende visies op en aspecten van de maatschappij.
Toetsing en lessen scheiden
Het volgen van lessen en het toetsen van kennis en vaardigheden zijn twee hele verschillende zaken. Het volgen van alle lessen moet niet verplicht zijn. Lessen hebben als doel de student te ondersteunen en het scheppen van het sociale weefsel waarin de kennis gedijt. Lessen dienen niet als aanwezigheidscontrole. Het moet wel mogelijk zijn om tegen gereduceerd collegegeld examen te doen zonder lessen te volgen – met geen of eventueel enkele bijeenkomsten (extraneus).
Leerplicht – geen schoolplicht
Het moet mogelijk zijn om thuisonderwijs te volgen, er kunnen veel bijzondere omstandigheden (ideologische en religieuze motieven daarin niet begrepen) zijn om te kiezen voor thuisonderwijs. Er moet wel toetsing zijn om te garanderen dat kinderen op niveau blijven of kunnen komen.
Professional in the lead
Op veel scholen zijn, om leerlingen, ouders en docenten meer houvast te geven, de regels op school over de toetsing steeds verder verfijnd en vastgelegd. In de (corona)praktijk blijkt dat, als de omstandigheden plotseling veranderen, tot meer problemen te leiden dan als de invulling minder vastligt en de docenten meer ruimte tot improviseren hebben. Hier kan inspiratie gevonden worden bij het Finse onderwijsmodel. Tegelijk moet uiteraard het eindniveau bewaakt worden. Goed opgeleide docenten kennen de eindtermen, de vakdidactiek en hun leerlingen beter dan de schoolleiding. De piratenpartij wil dat op alle niveaus de verantwoordelijkheid voor de inhoud weer meer bij de professional, de docent, ligt.
Soepelere overgang van Primair naar Voortgezet Onderwijs
De Piratenpartij wil
- dat de keuze voor het type voortgezet onderwijs, en daarmee voor welke beroepen later mogelijk zijn, ook – net als in omliggende landen – later kan worden gemaakt dan nu (12 jaar);
- dat doorstroming van het ene naar het andere onderwijstype zo laagdrempelig mogelijk is;
- meer scholen die zich specialiseren in bv kunst of sport;
- meer dan alleen de CITO als basis voor de schoolkeuze.
Zelfde regels voor bijzonder onderwijs
Op dit moment mogen openbare scholen aanmeldingen van leerlingen niet weigeren op basis van visie en/of levensbeschouwing. Scholen hebben in Nederland de vrijheid om op religieuze grondslag onderwijs te bieden.
De Piratenpartij wil:
- dat ook scholen in het bijzonder onderwijs leerlingen niet mogen weigeren op basis van visie en/of levensbeschouwing;
- betere handhaving op de verplichting aandacht te besteden aan LGBT+.
School en gezondheid
Pubers
Het bioritme van pubers verschuift een paar uur naar achter (sleep phase delay). Middelbare scholen kunnen daar rekening mee houden door later te beginnen en lessen voor de adolescenten bij voorkeur ‘s middags in te plannen102). Er zijn scholen die dat al doen. De Piratenpartij wil ook dat scholen hun leerlingen in de pauzes, tegen kostprijs, een gezonde maaltijd aanbieden.
Werkdruk op scholen verminderen
In het onderwijs haken te veel beginnende docenten binnen een paar jaar weer af. Een belangrijke reden is de werkdruk, die tot een hoog ziekteverzuim en burn-outklachten leidt. Werkdruk wordt onnodig verhoogd door slecht taakbeleid en de vele administratieve handelingen. Te grote klassen maken het in het voortgezet onderwijs onmogelijk om alle leerlingen op maat onderwijs te geven.
De Piratenpartij wil:
- de werkdruk verminderen;
- kleinere klassen;
- gelijke beloning in Basis en Voortgezet onderwijs;
- beter gebruik van technologische vernieuwingen;
- het beroep aantrekkelijker maken voor academisch geschoolden.
Privacy in het onderwijs
Privacy-beleid
Scholen moeten een privacy-beleid en/of privacyreglement hebben. Scholen moeten transparant zijn over het verzamelen, de opslag en het gebruik van de gegevens van leerlingen. Het maken van foto’s of video’s kan alleen met toestemming ouders en kind. Voor onderzoek door de GGD moet er nadrukkelijk toestemming zijn van de ouders/verzorgers. Deze toestemming mag niet onder groepsdruk worden afgegeven.
De Piratenpartij wil:
- dat alle scholen duidelijk aangeven hoe ze met gegevens omgaan;
- geen gegevens op een buitenlandse server;
- waarborgen voor privacy van leerlingen bij het uitwisselen van gegevens.
Toetsen en tentamens
Als gebruik gemaakt wordt van software die de leerling/student monitort tijden het maken van toets of tentamen is dat altijd opt-in. De school of universiteit moet ook een minder invasief alternatief bieden. De leerling/student hoeft nooit een reden op te geven om van dat alternatief gebruikt te willen maken.
De Piratenpartij wil:
- dat online onderwijs en toetsing de privacy niet in gevaar brengt;
- geen spionage software op computers van leerlingen.
Kennis delen
Les- en leermaterialen moeten vrij en online toegankelijk zijn. Leermaterialen bekostigd door de overheid worden open ontwikkeld en vrij toegankelijk. Op deze manier kan iedereen ervan profiteren. Colleges worden mede met overheidsgeld betaald. Daarom moet deze kennis voor zover mogelijk online toegankelijk zijn onder een vrije licentie, ook voor de burger. Het beschikbaar maken van alle colleges biedt studenten flexibiliteit en niet-studenten toegang tot de colleges. Het online beschikbaar maken van colleges maakt het voor studenten bovendien mogelijk de kwaliteit van een collegereeks of docent te bepalen en colleges bij andere instellingen te volgen.
Onderwijs en open source
Open source maakt de ontwikkeling van onderwijsomgevingen efficiënter, stimuleert samenwerking tussen onderwijsinstellingen en verhoogt de kwaliteit van het onderwijs. Onderwijsinstellingen profiteren hiervan en helpen mee content en software verder te ontwikkelen. Scholen mogen leerlingen nooit verplichten tot de aanschaf van een specifiek merk of type hardware: alleen open (vrije) formaten zijn toegestaan voor les- en leermaterialen, zodat leerlingen die kunnen gebruiken op een platform naar keuze.
Schoolplicht en schoolrecht
Scholen dienen toegankelijk te zijn voor kinderen met een beperking. Het uitgangspunt moet zijn de student zoveel mogelijk tegemoet te komen zoals omschreven in de Wet Gelijke Behandeling.103) Eventuele extra hulpmiddelen tijdens het volgen van een opleiding worden in bruikleen gegeven of vergoed. Scholen mogen nooit kinderen het recht op onderwijs ontzeggen. De Piratenpartij wil dat de verantwoordelijkheid voor het regelen van passend onderwijs ligt bij de school van keuze van ouders en leerling.
Wetenschap
De overheid en marktpartijen beïnvloeden de koers van de wetenschap door per onderzoek te financieren. Deze afhankelijkheden blijken vaak de uitkomsten te sturen en te censureren. Universiteiten hebben voldoende vaste financiering en vaste staf nodig om onafhankelijkheid en kwaliteit te waarborgen. De Piratenpartij wil dat resultaten van wetenschappelijk onderzoek vrij toegankelijk zijn.
Financiering
Geldstromen
Een deel van de academici heeft een vaste aanstelling en wordt direct betaald door de overheid, de zogenoemde eerste geldstroom. Het onderzoek is echter de laatste jaren steeds meer direct en indirect afhankelijk geworden van projectfinanciering door derde partijen. Als die wordt aangevraagd bij een door de overheid gefinancierde organisatie zoals de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO), noemen we dat tweede geldstroom. De derde geldstroom zijn opdrachten vanuit het bedrijfsleven en subsidiegevers, de EU, maar ook collectebus fondsen en incidentele projecten bij overheidsdiensten.
Variabele financiering
De tweede geldstroom wordt gebruikt om vanuit de overheid de algemene koers van het onderzoek te sturen. De derde geldstroom maakt het onderzoek afhankelijk van marktpartijen en leidt regelmatig tot wrijving over welk onderzoek gedaan mag worden en wat er gepubliceerd mag worden. Omdat vaak eerste geldstroom geld bijgepast moet worden voor een tweede of derde geldstroomproject is de invloed van deze geldstromen veel groter dan alleen uit de cijfers blijkt.104) Als de overheid beleidsondersteunend onderzoek financiert, dan leidt dat vaak tot sturing van onderzoek naar gewenste uitkomsten; niet alleen in de keuze van wat en hoe onderzocht mag worden, maar ook te vaak rechtstreeks op de uitkomsten en censuur.
Tijdelijke contracten
De toename van de tweede en derde geldstromen heeft geleid tot steeds meer tijdelijke contracten en maakt het in toenemende mate moeilijk om een carrière in het Wetenschappelijk Onderwijs te hebben. Ook vaste medewerkers zijn vaak min of meer afhankelijk van de tweede en derde geldstroom omdat er projectmedewerkers in hun groep werken waarvan de financiering niet in gevaar gebracht mag worden.
Zekerheid ++
Universiteiten behoeven een voldoende grote vaste staf om te zorgen dat tijdelijke projectfinanciering de onafhankelijkheid niet aantast. De eerste geldstroomfinanciering moet minimaal 75%, liever meer, van de totale financiering van een universiteit worden (nu rond de 50%). Onderzoekers moeten zeker zijn dat hun eigen aanstelling en die van hun collega’s geen gevaar lopen, ongeacht de uitkomsten van hun onderzoek. Alleen dan kunnen ze effectief aan de samenleving rapporteren.
Universiteiten autonoom
Vaste financiering ++
Voor toetsbare politieke besluitvorming is het van belang dat een betrouwbaar instituut zo neutraal mogelijk relevante feiten op een rij zet. De universiteiten hebben daar van oudsher de belangrijkste rol in gespeeld, ook door beleid met wetenschappelijke inzichten te ondersteunen. Te grote afhankelijkheid van projectfinanciering – vanuit bedrijfsleven èn overheid – heeft de onafhankelijkheid van universiteiten ernstig aangetast. De Piratenpartij wil het aandeel vaste financiering van de Universiteiten vergroten.
Vaste aanstellingen ++
Op veel plekken wordt het onderwijs grotendeels verzorgd door docenten in tijdelijke dienst. Een aantal daarvan leidt een leven als docent-nomade en hopt van de ene universiteit naar de andere. Dit wentelt de kosten af op de medewerkers die (veel) meer uren werken dan in hun contract staat. De groep krachten die dit jaar lesgeven is over 2 of 3 jaar bijna geheel vervangen. Nauwelijks mensen in vaste dienst; dat maakt het voor docenten onmogelijk om profijt te hebben van de ervaring van voorgaande jaren. Dit komt het onderwijs niet ten goede. De fluctuaties in het aantal studenten zijn te klein om de soms wel 80-100% tijdelijke docenten te rechtvaardigen. Ook hier geldt dat het overgrote deel van de docenten dus in vaste dienst hoort te zijn, dat zullen dan in veel gevallen dezelfden zijn die ook onderzoek doen. De Piratenpartij wil meer vaste aanstellingen op universiteit en HBO.

Als ik het bovenstaande lees, gaat men uit van eerst onderwijs, dan een baan. De praktijk is vaak anders. Niet iedereen leert even makkelijk, en vaak leert men in de praktijk ook verder, aangevuld met cursussen.
Deze cursussen worden dan vaak door het bedrijfsleven of door de mensen zelf betaald. Ik zou echter niet weten waarom het onderwijs “na het afstuderen” niet uit het zelfde potje kan komen en via dezelfde maatschappelijke constructies kan worden gedaan.
Hiermee zouden ook de kansarmen in hun eigen tempo verder kunnen leren en meer kansen kunnen krijgen.
Hierdoor zouden ook bedrijven gestimuleerd worden om hun werknemers qua kennis op peil te houden en kan een “opgebruiken-en-afdanken” mentaliteit worden tegengegaan.
Maatschappijleer en kritisch denken worden genoemd: heel goed. Het lijkt me ook goed als kwalitatief geschiedenisonderwijs hieraan toegevoegd kan worden, plus een fatsoenlijke basisbeheersing van het Nederlands.